1. Je klaagt de hele tijd over hem tegen je vrienden. Maar het zijn loze klachten waarvan iedereen weet dat je ze niet meent. Het zijn dingen als hij is zo irritant en ugh ik haat hem.
2. Telkens als je op zijn sociale media kijkt, sluit je de pagina voordat iemand over je schouder kan meekijken alsof je iets verkeerd deed.
3. Je gedachten dwalen steeds weer naar hem af als je leest of doucht of over de snelweg rijdt. Je brengt een behoorlijk stuk tijd door met het naspelen van gesprekken met hem in je hoofd, het herbeleven van het moment.
4. Wanneer hij vertelt hoe leuk hij een bepaalde televisieshow of band vindt, zoek je het uiteindelijk later op om te testen of jij het ook leuk vindt.
5. Als je telefoon knippert en zijn naam verschijnt, voel je een licht gefladder in je maag. En wanneer een andere naam verschijnt, voel je een lichte daling.
6. Je kleedt je om indruk op hem te maken. Je realiseert je misschien niet dat je het doet – maar als je hem de hele dag niet ziet, heb je het gevoel dat je outfit verspild was en zul je hem zo snel mogelijk weer willen dragen.
7. Je doet er even over om hem terug te sms’en. In plaats van het uittypen van het eerste antwoord dat in je opkomt, neem je de tijd om zijn berichten te beantwoorden omdat je niet op de verkeerde manier wilt overkomen.
8. Je vermijdt elke foto die hij plaatst te liken – maar je scrolt ook nooit meteen langs zijn foto’s. Je kijkt er een fractie te lang naar, probeert erachter te komen waar de foto is genomen en met wie hij op dat moment was.
9. Kleine, domme dingen herinneren je aan hem. Dit gebeurt meerdere keren per dag.
10. Je blijft willekeurige redenen verzinnen om een gesprek met hem te beginnen. Je bent altijd op zoek naar excuses om de eerste sms te sturen.
11. Je leest diep in alles wat hij zegt. Je analyseert elke beweging die hij maakt.
12. Vrolijke liedjes doen je aan hem denken. Trieste liedjes ook.
13. Telkens als je een paar dagen niet met hem spreekt, eindig je in een zure bui.
14. Je hebt al vijftig keer aan je vrienden moeten uitleggen dat je hem niet mag. Maar ze blijven vragen. Ze geloven je ontkenningen niet.
15. Je kunt alle complimenten opnoemen die hij je heeft gegeven. Ze zijn allemaal vastgepind in je geheugen.
16. Wanneer hij je vraagt om uit te hangen, duw je alles opzij om tijd voor hem te maken.
17. Je besteedt veel aandacht aan hem. Je kent elke outfit in zijn garderobe en de naam van de cologne die hij draagt.
18. Je bekijkt elk verhaal van hem om te zien hoe hij zijn weekenden doorbrengt. Of je knijpt op zijn minst je ogen dicht om te zien wat er in de bubbel zit, in een poging te zien welke foto’s hij heeft genomen zonder te hoeven klikken.
19. Denken aan hem brengt je in een dartele stemming.
20. Het idee om met hem uit te gaan is belachelijk voor je. Je kunt je niet voorstellen dat jullie een stel zouden zijn. Natuurlijk… als je erachter zou komen dat hij gevoelens voor je heeft, zou je zeker overwegen om met hem uit te gaan. 