Leerdoelen
- Herinner de kenmerken van een bacteriële celwand
Bacteriële cellen hebben geen membraangebonden kern. Hun genetisch materiaal bevindt zich naakt in het cytoplasma. Ribosomen zijn hun enige type organel. De term “nucleoïde” verwijst naar het deel van het cytoplasma waar het chromosomale DNA zich bevindt, gewoonlijk een enkelvoudig, cirkelvormig chromosoom. Bacteriën zijn gewoonlijk eencellig, behalve wanneer zij in kolonies voorkomen. Deze vooroudercellen planten zich voort door middel van binaire splijting, waarbij zij hun genetisch materiaal dupliceren en vervolgens in wezen splitsen om twee dochtercellen te vormen die identiek zijn aan de ouder. Een wand buiten het celmembraan biedt de cel steun en bescherming tegen mechanische belasting of beschadiging door osmotische breuk en lysis.
Het belangrijkste bestanddeel van de bacteriële celwand is peptidoglycaan of mureïne. Deze stijve structuur van peptidoglycaan, die alleen kenmerkend is voor prokaryoten, geeft de cel vorm en omgeeft het cytoplasmamembraan. Peptidoglycaan is een enorm polymeer van disachariden (glycanen) die met elkaar verbonden zijn door korte ketens van identieke aminozuren (peptiden) monomeren. De ruggengraat van de peptidoglycaanmolecule bestaat uit twee glucosederivaten: N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetlymuraminezuur (NAM) met een pentapeptide dat van NAM afkomt en enigszins varieert van bacterie tot bacterie. De NAG- en NAM-strengen worden gesynthetiseerd in het cytosol van de bacterie. Zij zijn met elkaar verbonden door inter-peptide bruggen. Zij worden over het cytoplasmamembraan getransporteerd door een transportmolecule, bactoprenol genaamd. Vanaf het peptidoglycaan naar binnen toe lijken alle bacteriecellen sterk op elkaar. Verder naar buiten toe verdeelt de bacteriële wereld zich in twee grote klassen: Gram-positief (Gram +) en Gram-negatief (Gram -). De celwand levert belangrijke liganden voor aanhechting en receptorplaatsen voor virussen of antibiotica.
Key Points
- Een celwand is een laag die zich buiten het celmembraan bevindt en die voorkomt bij planten, schimmels, bacteriën, algen, en archaea.
- Een peptidoglycaan celwand bestaande uit disacchariden en aminozuren geeft bacteriën structurele steun.
- De bacteriële celwand is vaak een doelwit voor behandeling met antibiotica.
Key Terms
- binaire splijting: Het proces waarbij een cel zich aseksueel deelt om twee dochtercellen te produceren.