Boundless Anatomy and Physiology

author
2 minutes, 3 seconds Read

Scapula

De scapula, of schouderbeen, is een plat, driehoekig bot dat verbonden is met het opperarmbeen en het sleutelbeen.

Leerdoelen

Beschrijf de vorm en functie van het schouderblad bij de mens

Key Takeaways

Key Points

  • Het schouderblad articuleert met de humerus en het sleutelbeen.
  • Het schouderblad is plat en driehoekig.
  • Het schouderblad articuleert met het opperarmbeen aan de fossa glenoide en het sleutelbeen aan het processus acromion.
  • Het schouderblad biedt aanhechtingsplaatsen voor veel spieren, waaronder de pectoralis minor, coracobrachialis, serratus anterior, triceps brachii, biceps brachii, en de subscapularis.
  • Het schouderblad heeft twee hoofdoppervlakken: het costale (naar voren gerichte) oppervlak en het dorsale (naar achteren gerichte) oppervlak.

Key Terms

  • acromion: Het buitenste punt van het schouderblad.
  • glenoid: Een ondiepe holte in een bot, vooral in het schouderblad.

Het schouderblad, of schouderblad, is een plat, driehoekig bot dat zich aan de achterzijde van de schouder bevindt. Het schouderblad articuleert met het sleutelbeen via het processus acromion, een groot uitsteeksel boven op het schouderblad dat het acromioclaviculaire gewricht vormt. Het scapula articuleert ook met het opperarmbeen van de bovenarm om het schoudergewricht, of glenohumeraal gewricht, te vormen in de glenoïdsholte.

Door zijn vlakke aard heeft het scapula twee oppervlakken en drie randen; het costale oppervlak aan de voorzijde en het dorsale oppervlak aan de achterzijde, alsmede de superieure, laterale en mediale randen.

Costaal oppervlak: Costale oppervlak van de linker scapula. De subscapularis fossia voor subscapularis, serratus, pector minor zijn gemarkeerd.

De serratus anterior ontspringt aan het costale oppervlak, dat ook een aanhechtingsplaats biedt voor de subscapularis spier. Het dorsale oppervlak is de oorsprong van de supraspinatus- en infraspinatusmusculatuur, en inferieur aan de teres minor en major. Het wordt verdeeld door een ribbelachtige structuur, de ruggengraat van de scapula genoemd, van waaruit de deltaspier en de trapeziusspier ontspringen.

Dorsaal oppervlak: Dorsaal oppervlak van het linker schouderblad.

De laterale rand is de dikste rand van het schouderblad en strekt zich naar beneden uit vanaf de glenoïdholte. Direct onder de glenoïdholte bevindt zich de tuberositeit van het infraglenoïd, die de oorsprong vormt voor de lange kop van de triceps brachii.

Direct boven de glenoïdholte bevindt zich de tuberositeit van het supraglenoïd en de bijbehorende haakvormige processus coracoïd, van waaruit de lange en korte kop van de biceps brachii ontspringen.

Aan de mediale rand van de scapula hechten zich vier spieren. Aan de anterieure zijde hecht de serratis anterior aan, terwijl posterieur de levator scapulae en de rhomboids minor en major aanhechten.

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.