/tiles/non-collection/i/i_apportion_seating_chart_1845_hc.xml Collectie van het Amerikaanse Huis van AfgevaardigdenOver dit object Deze plattegrond uit het 29e Congres laat zien hoeveel leden er in de Oude Zaal van het Huis passen.
De grondwet kende de oorspronkelijke verdeling van de afgevaardigden over de verschillende staten toe op basis van het bevolkingsaantal in 1787. Deze aantallen bleven van kracht voor het 1e en 2e Congres (1789-1793). In de loop van de tijd heeft het Congres vijf verschillende methoden gebruikt, alle met het doel de vertegenwoordiging evenredig over de staten te verdelen, en de daaropvolgende verdelingen gebaseerd op de veranderingen in de staatsbevolking zoals die sinds 17901 bij elke tienjaarlijkse volkstelling zijn opgetekend. Tot en met de 13e volkstelling in 1910 vaardigde het Congres een wet uit waarin de specifieke veranderingen in het feitelijke aantal Afgevaardigden en de toename van de vertegenwoordigingsratio werden vastgelegd. In 1941 heeft het Congres definitief gekozen voor de “methode van evenredige vertegenwoordiging” om de verdeling te bepalen. Het U.S. Census Bureau geeft meer informatie over deze berekeningsmethode.
Om het Huis op een hanteerbaar aantal te houden, stelde het Congres de omvang van het Huis tweemaal vast op 435 stemgerechtigde leden – het toen bestaande aantal Vertegenwoordigers. In 1911 stelde het Congres het aantal afgevaardigden vast op 433, met voorzieningen voor twee extra leden toen Arizona en New Mexico tot de Unie werden toegelaten (zie Act of August 8, 1911, ch. 5, 37 Stat 13). Het 63e Congres (1913-1915) was het eerste dat 435 leden telde. De “Permanent Apportionment Act” van 1929 legde het aantal leden op dat niveau vast en creëerde een procedure voor de herverdeling van de afvaardigingen van de staten in het Huis onder “het toen bestaande aantal Afgevaardigden” (zie Act of 18 June 1929, ch. 28, 46 Stat 21).
Het totale aantal leden van het Huis van Afgevaardigden bedraagt 441 leden. Er zijn 435 afgevaardigden uit de 50 staten. Daarnaast vertegenwoordigen vijf afgevaardigden zonder stemrecht het District Columbia en de Amerikaanse territoria Guam, de Amerikaanse Maagdeneilanden, het Gemenebest van de Noordelijke Marianen en Amerikaans Samoa. Een plaatsvervangend commissaris zonder stemrecht vertegenwoordigt het Gemenebest Puerto Rico voor een termijn van vier jaar.