Het schiereiland Florida, opgewarmd door de omringende subtropische en tropische wateren en afgekoeld door de passaatwinden, staat bekend om zijn aangename klimaat, overvloedige zonneschijn en natuurschoon. Het NW van Florida is een zacht glooiend panhandle-gebied, ingesneden door diepe moerassen langs de Golfkust. De St. Marys River in het noordoosten en de Perdido River in het noordwesten vormen een deel van de grens met Georgia en Alabama. Een groot deel van de oostkust is afgeschermd van de Atlantische Oceaan door smalle zandbanken en barrière-eilanden die de ondiepe lagunes, rivieren en baaien beschermen. Direct landinwaarts strekt het vlakke dennen- en palmettengebied zich uit van de grens met Georgia tot bijna aan de zuidpunt van de staat. Centraal-Florida heeft een overvloed aan meren, waarvan Lake Okeechobee het grootste is. De Everglades, waartoe ook het Big Cypress Swamp behoort, is een uniek wildernisgebied van subtropische plantengroei en dierenleven en strekt zich uit over het midden van het zuidelijke deel van het schiereiland. Florida’s zuidwestkust, aan de Golf van Mexico, is bezaaid met kleine eilandjes, en de Florida Keys, die zich zuidelijk en westelijk uitstrekken vanaf de zuidpunt van de staat, zijn met het vasteland verbonden door een verbindingsweg. Florida wordt in het zuiden van Cuba gescheiden door de Straat van Florida.
Tallahassee is de hoofdstad, en Jacksonville, Miami, Tampa, Saint Petersburg, Hialeah, en Orlando zijn de grootste steden.
- Inleiding
- Feiten en cijfers
- Geografie
- Economie
- Overheid, politiek, en hoger onderwijs
- Geschiedenis
- Bibliografie