Fosfolipide

author
2 minutes, 3 seconds Read

Fosfolipide, ook wel fosfatide genoemd, een lid van een grote klasse vetachtige, fosforhoudende stoffen die belangrijke structurele en metabolische rollen spelen in levende cellen. De fosfolipiden worden samen met de sfingolipiden, de glycolipiden en de lipoproteïnen complexe lipiden genoemd, te onderscheiden van de enkelvoudige lipiden (vetten en wassen) en van andere in vet oplosbare celbestanddelen, voornamelijk isoprenoïden en steroïden. De term fosfoglyceride wordt door sommigen gebruikt als synoniem voor fosfolipide en door anderen om een subgroep van fosfolipiden aan te duiden.

lipidestructuur

Structuur en eigenschappen van twee representatieve lipiden. Zowel stearinezuur (een vetzuur) als fosfatidylcholine (een fosfolipide) zijn samengesteld uit chemische groepen die polaire “koppen” en apolaire “staarten” vormen. De polaire koppen zijn hydrofiel, of oplosbaar in water, terwijl de apolaire staarten hydrofoob zijn, of onoplosbaar in water. Lipidemoleculen van deze samenstelling vormen spontaan aggregaatstructuren zoals micellen en lipidenbilagen, waarbij hun hydrofiele uiteinden naar het waterige medium zijn gericht en hun hydrofobe uiteinden van het water zijn afgeschermd.

Encyclopædia Britannica, Inc.

Lees meer over dit onderwerp
humane voeding: Fosfolipiden
Een fosfolipide is vergelijkbaar met een triglyceride, behalve dat het een fosfaatgroep bevat en een stikstofhoudende verbinding zoals choline…

In het algemeen zijn fosfolipiden samengesteld uit een fosfaatgroep, twee alcoholen, en een of twee vetzuren. Aan het ene uiteinde van het molecuul bevinden zich de fosfaatgroep en één alcohol; dit uiteinde is polair, d.w.z. heeft een elektrische lading, en wordt aangetrokken door water (hydrofiel). Het andere uiteinde, dat uit de vetzuren bestaat, is neutraal; het is hydrofoob en niet in water oplosbaar, maar wel in vet. Deze amfipathische aard (die zowel hydrofobe als hydrofiele groepen bevat) maakt fosfolipiden belangrijk in membranen; zij vormen een tweelagige structuur, die de lipidenbilaag wordt genoemd, met de polaire kop naar buiten gericht aan elk oppervlak voor interactie met water, en met de neutrale “staarten” naar binnen gedreven en naar elkaar gericht. De lipide-bilaag is de structurele basis van alle celmembranen en is bijna ondoordringbaar voor ionen en de meeste polaire moleculen. Eiwitten ingebed in de fosfolipidematrix transporteren vele stoffen door het membraan.

Lecithine (q.v.; fosfatidylcholine) en de cefalinen (fosfatidylethanolamine en fosfatidylserine) zijn groepen fosfolipiden die wijdverbreid voorkomen in planten en dieren; lecithine is de meest voorkomende, maar is zeldzaam in micro-organismen.

Andere fosfolipiden zijn plasmalogenen, aanwezig in hersenen en hart en blijkbaar beperkt voorkomend in niet-dierlijke weefsels; fosfoinositiden, aanwezig in hersenen; en cardiolipine, oorspronkelijk geïsoleerd uit hart.

Gebruik een Britannica Premium-abonnement en krijg toegang tot exclusieve inhoud. Abonneer u nu

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.