Het proces gaat meestal ongeveer als volgt: Koop een boemerang in een speelgoedwinkel omdat het leuk klinkt. Ga naar een open veld om het ding te gooien. Werp het een half dozijn keer om het vervolgens 20 meter van je vandaan op de grond te laten kletteren. Ga naar huis en leg de boemerang achter in je kast om vergeten te worden.
Boomerangs zijn begrijpelijkerwijs frustrerend. Het is niet zo intuïtief als het gooien van een honkbal of voetbal. Wat een succesvolle worp scheidt van een beschamende is geworteld in een paar grondbeginselen: de juiste greep, je werpbeweging en het evalueren van je omstandigheden. Oh, en nog iets, zorg ervoor dat de boemerang die je hebt een echte “terugkerende boemerang” is. Velen zijn alleen voor de sier, wat betekent dat ze ongeveer net zo goed vliegen als een sneeuwbol.
1: Kies een ideale locatie om te oefenen, met minimale wind. Zoek een grote open ruimte met ten minste 150 voet (ongeveer een half voetbalveld) vrije ruimte aan alle kanten.
2: Pak de boemerang tussen je duim en wijsvinger. De platte kant moet tegen uw handpalm aanliggen en de gebogen, geverfde kant moet naar u toe gericht zijn.
3: Bepaal de windrichting door wat gras in de lucht te gooien, en positioneer uzelf om in een hoek van 45 graden tegen de wind in te gooien.
4: Oefen uw werpbeweging, die 10-30 graden uit de verticaal moet zijn. Vermijd het gooien te zij-armig.
5: Gooi de boemerang, zo veel spin als mogelijk door het knakken van je pols als je loslaat. Mik op een punt net boven de horizon.
6: Pas uw worp zo nodig aan om te compenseren voor veranderende wind. Als het pad van de boemerang te breed is, gooi dan in een grotere hoek ten opzichte van de wind. Als het pad te krap is, gooi dan meer tegen de wind in.
Vindt u deze geïllustreerde gids goed? Dan ga je ons boek The Illustrated Art of Manliness geweldig vinden! Koop een exemplaar op Amazon.
Illustratie door Ted Slampyak