Een theorie van weerstand tegen overreding volgens welke de meeste gewone attitudes en overtuigingen in meer of mindere mate bestand zijn tegen verandering doordat zij aan herhaalde milde aanvallen zijn blootgesteld. De theorie voorspelt dat culturele gemeenplaatsen waarvan de meeste mensen nog nooit hebben gehoord dat ze in twijfel worden getrokken, zoals Het is een goed idee om je tanden drie keer per dag te poetsen als dat mogelijk is, kwetsbaarder zouden moeten zijn voor overreding, en deze contra-intuïtieve voorspelling is door experimenten bevestigd. De theorie is gebaseerd op de biologische analogie van een organisme dat in een steriele, kiemvrije omgeving is grootgebracht en dat er robuust en gezond uitziet, maar in werkelijkheid kwetsbaar is voor infecties, omdat het niet de kans heeft gehad afweerantilichamen te ontwikkelen. Culturele gemeenplaatsen zijn ook nooit aangevallen, en er zijn dus ook nooit verdedigingsargumenten ontwikkeld, maar hun weerstand tegen overtuiging kan aanzienlijk worden verhoogd door een proces van inenting, waarbij de ontvangers worden blootgesteld aan relatief zwakke argumenten tegen de gemeenplaatsen, samen met weerleggingen die de ontvangers ofwel krijgen voorgeschoteld ofwel zelf moeten bedenken. Wanneer de culturele gemeenplaatsen later aan sterke overtuigende aanvallen worden blootgesteld, blijken zij veel beter bestand tegen overreding, zelfs wanneer de argumenten die in de aanvallende boodschappen worden gebruikt, verschillen van die welke in de inoculatieprocedure werden aangevoerd. De theorie werd in 1964 geformuleerd door de Amerikaanse psycholoog William J(ames) McGuire (1925-2007). Zie ook attitudeverandering.