Importance
Klassiek zijn pterygoid plate fracturen geassocieerd met fracturen van het middengezicht en de schedelbasis. Wanneer geïsoleerde pterygoïdplaatfracturen worden geïdentificeerd op beeldvorming die zich slechts uitstrekt tot het niveau van de schedelbasis, kunnen andere gerelateerde gezichtsfracturen worden gemist. Wij trachtten geïsoleerde laterale pterygoïdplaatfracturen te evalueren op computertomografie (CT) scans in combinatie met onderkaakfracturen en een mechanisme van fractuur voor te stellen dat niet gerelateerd is aan de klassieke dissociërende mid-face Le Fort fracturen.
Observaties
In deze retrospectieve case-serie, 7 patiënten die van 2006 tot 2012 een gezichtstrauma hadden opgelopen, bleken geïsoleerde laterale pterygoïdplaatfracturen te hebben. Alle patiënten hadden een ipsilaterale subcondylaire fractuur, 2 hadden symphyseal fractuur, 2 hadden body fractuur, en 1 had coronoid fractuur.
Conclusies en Relevantie
Op basis van deze gevallen kunnen geïsoleerde laterale pterygoïd fracturen die op CT van het hoofd zijn waargenomen, suggestief zijn voor een niet-gewaardeerde mandibulaire fractuur. Het vermoedelijke mechanisme is te wijten aan krachttransductie door de mediale en laterale pterygoïdspieren wanneer een acute verplaatsende kracht op de onderkaak wordt uitgeoefend. Bij patiënten met geïdentificeerde geïsoleerde pterygoïdplaatfracturen kan een speciale CT van de onderkaak geïndiceerd zijn om te beoordelen of er een geassocieerde mandibulafractuur bestaat, zelfs bij patiënten bij wie het klinisch onderzoek negatieve resultaten heeft opgeleverd.
Level of Evidence
NA.