Die bouwers zijn ook niet in staat geweest om – of hebben er niet voor gekozen om – het soort woningen te bouwen dat de meerderheid van de bevolking nodig heeft.
“Nieuwbouw van huizen is scheef luxe. We bouwen niet genoeg betaalbare nieuwe woningen,” zei Jonathan Miller, van het taxatiebedrijf Miller Samuel. “Het grootste deel van de verkoopgroei van eengezinswoningen in Californië ligt boven de $ 600.000-grens. Als het gaat om inventaris, is er meer verloren in betaalbare en bescheiden geprijsde woningen, jaar na jaar, dan in de woningmarkt van het hogere niveau.”
In Los Angeles alleen al spreekt de inkrimping van het lagere segment van de condominiummarkt boekdelen. Condo’s met prijzen boven de $500.000 overspoelen de markt; die met prijzen eronder worden aanzienlijk schaarser. Het is een trend, zei de heer Miller, die niet uniek is voor Californië, maar daar meer uitgesproken is.
“Californië is een proxy voor wat we op nationaal niveau zien,” zei hij. “Sinds de pandemie, is de actie aan de hogere kant. En dat is logisch, want het werkloosheidsbeeld is sterk gericht tegen mensen met lagere lonen, die de neiging hebben om startershuiskopers te zijn, of huurders.”
Het is een whiplash-jaar geweest voor de Golden State, waar de pandemie de werkloosheidscijfers in april naar maar liefst 16,4 procent duwde. In oktober hadden de werkgevers echter 145.500 banen toegevoegd – de op twee na hoogste banengroei in één maand sinds 1990 – en het werkloosheidscijfer daalde voor het eerst sinds het begin van de pandemie tot onder de 10 procent. De mediane huizenprijs koelde in oktober ook licht af, met een daling van 0,2 procent tot $ 711.300.