FROM OUR ARCHIVES
Medisch Auteur: Melissa Conrad Stöppler, MD
Medische redacteur: William C. Shiel, Jr., MD, FACP, FACR
In april 2007 hebben de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention wijzigingen aanbevolen in de gevestigde behandeling voor gonorroe-infecties.
Gonorroe, de seksueel overdraagbare aandoening (SOA) die het gevolg is van infectie met de bacterie die bekend staat als Neisseria gonorrheae (ook aangeduid als N. gonorrheae of gonococcus), treft elk jaar meer dan 339.000 personen in de VS. Voorheen werd een klasse antibiotica die bekend staat als de fluoroquinolonen op grote schaal gebruikt bij de behandeling van gonorroe-infectie. Vanwege de toenemende resistentie van veel geteste monsters van N. gonorrheae tegen de fluoroquinolone geneesmiddelen, beveelt de CDC nu aan dat slechts één klasse antibiotica, de cefalosporines, worden gebruikt voor de behandeling van gonorroe-infecties.
De cefalosporinen omvatten cefotaxime (Claforan), cefalexine (Keflex, Keftabs), cefaclor (Ceclor), cefoxitine (Mefoxin), ceftazidime (Ceptaz), cefixime (Suprax), en vele andere antibiotica. Vanwege de toenemende resistentie tegen de fluoroquinolonen is het gebruik van cefalosporinen bij de behandeling van gonorroe al in voorgaande jaren door de CDC aanbevolen voor bepaalde groepen personen (personen die hun infectie hebben opgelopen in Azië, op de eilanden in de Stille Oceaan of in Californië, alsmede bij mannen die seks hebben met mannen (MSM)).
De CDC veranderde de behandelingsaanbevelingen voor alle personen die besmet waren met gonorroe in april 2007, gebaseerd op de resultaten van een studie die bekend staat als het Gonococcal Isolate Surveillance Project (GISP), dat individueel geïsoleerde monsters van N. gonorrheae heeft getest op gevoeligheid voor behandeling met verschillende antibiotica.
Antibioticaresistentie ontwikkelt zich bij bacteriën in de loop van de tijd omdat bacteriën in staat zijn te muteren, of te veranderen, in vormen die kunnen overleven ondanks de toediening van geneesmiddelen die bedoeld zijn om hen te doden of te verzwakken. De ontwikkeling van antibioticaresistentie kan het moeilijk maken om sommige aandoeningen effectief met antibiotica te behandelen. Naast gonorroe zijn tuberculose, malaria en oorontstekingen bij kinderen voorbeelden van aandoeningen die steeds moeilijker te behandelen zijn als gevolg van antibioticaresistentie. Aangenomen wordt dat de ontwikkeling van antibioticaresistentie grotendeels te wijten is aan overmatig gebruik van antibiotica en het toenemende gebruik van antibiotica bij zowel mensen als dieren.