Wanneer de symptomen van diverticulitis ernstig zijn en uw arts een perforatie, bloeding of abces vermoedt, kan hij of zij ziekenhuisopname aanbevelen, zodat u in de gaten kunt worden gehouden en verder kunt worden behandeld als de symptomen niet verbeteren of verergeren.
Wanneer u in het ziekenhuis wordt opgenomen, beveelt uw arts meestal diagnostisch onderzoek aan, meestal een CT-scan om de dikke darm te onderzoeken. De behandeling is afhankelijk van de ernst van de complicaties.
Als u tekenen van diverticulaire bloeding hebt, voert uw arts meestal een colonoscopie uit om de bron vast te stellen. Tijdens de procedure kan de arts de bloeding stoppen door een clip aan te brengen, medicijnen te injecteren of een geconcentreerde vorm van warmte te gebruiken om de diverticulaire zak af te sluiten.
Als de bron van de bloeding niet kan worden vastgesteld, kan een speciaal opgeleide radioloog een katheter – een slank, hol plastic buisje – gebruiken om contrastvloeistof in de bloedvaten te injecteren die de dikke darm van bloed voorzien. De kleurstof stelt de radioloog in staat om visueel vast te stellen waar het bloed uit de bloedvaten lekt. Indien nodig kan hij of zij kleine metalen spiraaltjes of chirurgische lijm in het getroffen gebied injecteren om het bloeden te stoppen.
Als diverticulaire ziekte aanzienlijk bloedverlies veroorzaakt, hebt u mogelijk ook een transfusie nodig, een procedure waarbij u intraveneus bloed krijgt toegediend.
Voor mensen die een microperforatie of een abces hebben, kan een arts darmrust en antibiotica voorschrijven. Meestal worden antibiotica toegediend via een ader met intraveneuze (IV) infusie.
Een abces moet soms worden gedraineerd. Een interventieradioloog, die deskundig is op het gebied van beeldvorming van het maag-darmkanaal, brengt een naald in het abces en voert het geïnfecteerde vocht af. Hiervoor is geen operatie nodig.
Ofwelke behandeling u ook krijgt, uw arts kan u ook op een vloeibaar dieet zetten en u observeren om uw symptomen te controleren. Naarmate uw symptomen verbeteren, kunt u onder begeleiding van uw arts geleidelijk weer voedingsmiddelen aan uw dieet toevoegen.