Langstaart Chinchilla’s (Chinchilla lanigera) zijn kleine knaagdieren met een dikke, zachte vacht, grote ogen en oren, en een borstelige staart. Chinchilla’s zijn aantrekkelijke dieren, wat heeft geleid tot hun populariteit als gezelschapsdier. In de loop der jaren zijn ze selectief commercieel gefokt, en vandaag de dag worden er wereldwijd miljoenen als huisdier gehouden.
Ondanks een groot aantal commercieel gefokte chinchilla’s wordt de langstaartchinchilla door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) als bedreigd beschouwd, omdat zijn aantallen in het wild gering zijn en blijven afnemen. In zijn oorspronkelijke habitat in de bergen van Noord-Chili zijn er nog slechts twee kolonies van deze chinchilla’s bekend.
Langstaartchinchilla’s leven in koude, dorre streken van de Chileense bergen, tussen 3.000 en 5.000 meter hoogte. De vacht van chinchilla’s is zeer geschikt voor hun koude habitat. De vacht van chinchilla’s is ongelooflijk dicht en kan tot 50 afzonderlijke haren in één haarzakje bevatten. De zachtheid en dichtheid van de chinchillavacht maakte de vacht zeer geliefd. In het begin van de 20e eeuw werd de jacht op chinchilla’s wijdverbreid, en ze werden bijna tot uitsterven toe bejaagd voor hun waardevolle pelzen. Op het hoogtepunt van hun populariteit konden jassen gemaakt van chinchillabont tot $100.000 waard zijn. Er waren ongeveer 100 pelzen nodig om één bontjas te maken.
Heden ten dage beschermen wetten de langstaartchinchilla’s, en noch de dieren noch hun vachten mogen internationaal worden verhandeld. De jachtwetten zijn echter moeilijk te handhaven in de afgelegen gebieden waar deze dieren voorkomen, zodat stroperij nog steeds voorkomt. Een nieuwere bedreiging voor de chinchilla’s komt van mijnbouwactiviteiten, die hun leefgebied bedreigen.