ADVERTENTIES:
De eindprodukten, of het nu gaat om bladrubber, palmolie of thee, moeten zorgvuldig worden verwerkt en gestandaardiseerd om aan de vraag en de specificaties op de wereldmarkt te voldoen.
(vi) Zware kapitaaluitgaven:
Om een tropische plantage op te starten en te onderhouden zijn grote sommen geld nodig. Daar vele plantages zijn gelegen in voorheen onontwikkelde of dunbevolkte gebieden, ver van stedelijke centra, moet eerst een minimum netwerk van communicatie over de weg of per spoor worden ontwikkeld, al dan niet met hulp van de overheid.
Dit is een zeer kostbare onderneming, vooral onder tropische omstandigheden waar de onderhoudskosten ook hoog zijn. De plantages worden meer en meer bemand door plaatselijk personeel, waardoor minder administratieve kosten worden gemaakt, doch de totale produktiekosten blijven hoog, vooral waar de arbeid sterk geconfessionaliseerd is zoals op de Indische en Sri Lankaanse theeplantages.
ADVERTENTIES:
(vii) Plantage-landbouw is een exportgerichte landbouw:
Nagenoeg het gehele produkt van de plantage-landbouw wordt over het algemeen naar de internationale markt uitgevoerd. Daarom zijn een beter communicatienetwerk en betere verpakkings- en verwerkingsfaciliteiten nodig.
(viii) In tegenstelling tot andere vormen van landbouw zijn plantages goed gepland, niet alleen wat de structuur van de velden betreft, maar ook met voorzieningen zoals woningen, vervoer, ziekenhuizen, detailmarkten, enz. voor arbeiders en geassocieerde personen en hun gezinnen.
(ix) Plantage-landbouw moedigt vaak migratie uit andere landen aan. In de koloniale periode migreerden duizenden mensen van de ene plaats naar de andere voor werk. Op deze manier vindt culturele uitwisseling plaats.
(x) De meeste gewassen die in de plantagelandbouw worden geteeld, hebben een levenscyclus van meer dan twee jaar. Natuurrubber, kokosnoten, oliepalmen, thee, cacao en koffie zijn allemaal boomgewassen en het duurt jaren voordat ze volgroeid zijn, maar daarna zijn ze gedurende lange perioden productief.