Wist je dat sex, gender en sexualiteit allemaal aparte dingen zijn!? BOOOOOMM!!! Mind blown!? Dit kan een beetje verwarrend zijn, dus laten we het even op een rijtje zetten…
‘Geslacht’ wordt gebruikt om aan te geven wat je bij je geboorte toegewezen krijgt, op basis van wat er tussen je benen zit (een penis = mannelijk, of een vagina = vrouwelijk). Dit is echter niet het volledige beeld. Het geslacht wordt bepaald door de geslachtsorganen, inclusief de inwendige geslachtsorganen, de chromosomen en de hormonen. Er zijn drie geslachtsvarianten:
- Mannelijk (penis, XY-chromosomen, hoge niveaus van testosteron)
- Vrouwelijk (vagina, XX-chromosomen, hoge niveaus van oestrogeen)
- Intersekse (een persoon die wordt geboren met de seksuele anatomie of chromosomen die niet passen in de traditionele definitie van mannelijk of vrouwelijk. Een combinatie van voortplantingsorganen, inclusief inwendige geslachtsorganen, chromosomen. en hormonen).
‘Geslacht’ wordt gebruikt om de traditionele sociale rollen voor mannen en vrouwen te beschrijven. Genderidentiteit beschrijft hoe iemand zich van binnen voelt, en genderexpressie beschrijft hoe iemand ervoor kiest om zijn geslacht aan de wereld te tonen. Weet je hoe de maatschappij de neiging heeft om een babyjongen aan te kondigen met de kleur blauw of een babymeisje met de kleur roze? Of hoe jongens vrachtwagens krijgen en meisjes poppen? En hoe mannen worden aangemoedigd om te sporten en een stoere ‘man’ te zijn en vrouwen worden aangemoedigd om hun nagels te lakken en hun haar te doen en make-up op te doen? Dit zijn maatschappelijke constructies van gender. Er zijn drie geslachtsvarianten:
- Cisgender – een persoon die zich identificeert met het geslacht dat hem of haar bij de geboorte is toegewezen. Bijvoorbeeld, een persoon die bij de geboorte als man werd toegewezen, en zich als man identificeert, of omgekeerd.
- Transgender – een persoon wiens geslachtsidentiteit niet overeenkomt met het geslacht dat hem of haar bij de geboorte is toegewezen. Bijvoorbeeld, een persoon die werd toegewezen als een man bij de geboorte, maar identificeert zich als vrouw, of vice versa.
- Gender Fluid – een persoon wiens gender identiteit niet vast is en / of verschuift afhankelijk van de situatie. Deze mensen voelen niet de behoefte om te handelen volgens het geslacht dat hen bij de geboorte werd toegewezen en de bijbehorende traditionele sociale rollen.
Sommige transgenders kunnen een operatie ondergaan, hormonen nemen of hun uiterlijk of kleding veranderen om hun lichaam in overeenstemming te brengen met hoe zij zich identificeren, maar niet alle transgenders kunnen of willen dit doen. Transgender zijn is niet afhankelijk van je fysieke verschijning of medische ingrepen. Vandaar het belang om iemand niet te reduceren tot zijn genitaliën (of hij nu een penis of een vagina heeft). Hoe dan ook, doet het er echt toe? Wat gaat mij dat aan?
Pronomen worden belangrijk als je het hebt over iemands genderidentiteit. Sommigen identificeren zich als ‘hij’, ‘zij’, of ‘zij’. Als iemand je vraagt om hem bij een bepaald voornaamwoord te noemen, is het belangrijk om zijn wensen te respecteren. Je zou iemand toch ook niet ‘Elizabeth’ blijven noemen als diegene je vraagt om hem ‘Liz’ of ‘Beth’ te noemen?
‘Seksualiteit’ is het deel van jezelf dat tot uitdrukking komt in je seksuele activiteiten en relaties. Het komt tot uiting in je gevoelens, gedrag en je seksuele identiteit. Je seksuele identiteit is hoe je ervoor kiest je seksualiteit te beschrijven of te etiketteren. Er zijn veel verschillende etiketten die een persoon kan kiezen, inclusief het helemaal niet kiezen van een etiket! Net als bij voornaamwoorden is het belangrijk om naar iemands seksualiteit te verwijzen met het gekozen label (vraag het gewoon als je het niet zeker weet, zodat je niet uitgaat van een veronderstelling). Iemands seksualiteit kan zijn:
- Heteroseksueel – Een persoon die zich aangetrokken voelt tot mensen van het andere geslacht.
- Homoseksueel – Een persoon die zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht.
- Biseksueel – Het woord ‘bi’, wat ’twee’ betekent, verwijst naar de aantrekkingskracht van een persoon tot beide geslachten (man en vrouw).
- Aseksueel – Aseksualiteit is de afwezigheid van seksuele aantrekking. Sommige aseksuele mensen hebben bijvoorbeeld een romantische relatie waarin ze nooit naar seks verlangen, en sommigen hebben helemaal geen romantische relatie.
- Panseksueel – ‘Pan’, wat ‘allesomvattend’ betekent, verwijst naar de aantrekkingskracht van een persoon tot meerdere geslachten. Sommige panseksuele mensen beschrijven hun aantrekkingskracht als gebaseerd op chemie in plaats van geslacht, maar iedereen is anders.
- Vragend – Sommige mensen kunnen onzeker zijn over hun seksualiteit en/of zijn het aan het verkennen, dus kunnen zich identificeren als ‘vragend’.
- + nog veel meer variaties van seksualiteit!
Seksualiteit is niet noodzakelijk zwart of wit. In plaats daarvan kan het worden gezien op een continuüm of in grijstinten.
Drie van de meest gebruikte aspecten om seksualiteit te beschrijven zijn:
- Gevoelens en fantasieën: op wie we verliefd worden, tot wie we ons aangetrokken voelen, aan wie we denken als we opgewonden zijn, en met wie we een intieme band hebben.
- Gedrag: omvat elke vorm van seksueel contact (zoenen, aanraken, orale seks, vaginale seks, anale seks, enz.), flirten, met wie we uitgaan en relaties hebben.
- Identiteit: is het etiket of de beschrijving van onze seksualiteit.
Zoals veel goede dingen in het leven, kan seksualiteit verwarrend zijn. Iedereen drukt zijn seksualiteit anders uit met verschillende niveaus van diversiteit. Vaak veranderen seksualiteit en seksuele identiteit op verschillende momenten in ons leven. En dat is ok!