Het systeem van bodemclassificatie dat door de National Cooperative Soil Survey wordt gebruikt, omvat zes categorieën (Soil Survey Staff, 1999). Beginnend met de breedste, zijn deze categorieën de Orde, Suborde, Grote Groep, Subgroep, Familie, en Reeks. Deze categorieën worden in de volgende paragrafen gedefinieerd.
Orde – Twaalf bodemorden worden onderscheiden. De verschillen tussen de orden weerspiegelen de dominante bodemvormende processen en de mate van bodemvorming. Elke orde wordt aangeduid met een woord dat eindigt op “sol. Een voorbeeld is Alfisols.
Suborde – Elke orde is onderverdeeld in suborden, voornamelijk op basis van eigenschappen die de bodemvorming beïnvloeden en/of belangrijk zijn voor de plantengroei.
Grote Groep – Elke suborde is onderverdeeld in grote groepen op basis van overeenkomsten in aanwezige horizonten, bodemvocht- of temperatuurregimes, of andere belangrijke bodemeigenschappen.
Subgroep – Elke grote groep heeft een ’typic’ (typische) subgroep die in principe wordt gedefinieerd door de Grote Groep. Andere subgroepen zijn overgangen naar andere orden, onderorden, of grote groepen vanwege eigenschappen die het onderscheiden van de grote groep.
Familie – Families worden vastgesteld binnen een subgroep op basis van fysische en chemische eigenschappen samen met andere kenmerken die het beheer beïnvloeden.
Serie – De serie bestaat uit bodems binnen een familie die horizonten hebben die vergelijkbaar zijn in kleur, textuur, structuur, reactie, consistentie, minerale en chemische samenstelling, en rangschikking in het profiel.
Voor een meer volledige beschrijving van het bodemclassificatiesysteem, ga naar de USDA-NRCS website.