Anafase is de vierde fase van mitose, het proces dat het gedupliceerde genetische materiaal in de kern van een oudercel scheidt in twee identieke dochtercellen. Voordat de anafase begint, worden de gerepliceerde chromosomen, de zogenaamde zusterchromatiden, langs de evenaar van de cel op het equatoriale vlak uitgelijnd. De zusterchromatiden zijn paren van identieke kopieën van DNA verbonden op een punt genaamd het centromeer.
Tijdens de anafase wordt elk chromosomenpaar gescheiden in twee identieke, onafhankelijke chromosomen. De chromosomen worden gescheiden door een structuur die de mitotische spindel wordt genoemd. De mitotische spindel bestaat uit vele lange eiwitten, microtubuli genaamd, die aan het ene uiteinde aan een chromosoom en aan het andere uiteinde aan de celpool zijn bevestigd. De zusterchromatiden worden gelijktijdig gescheiden bij hun centromeren. De gescheiden chromosomen worden vervolgens door de spindel naar de tegenoverliggende polen van de cel getrokken.
Anafase zorgt ervoor dat elke dochtercel een identieke set chromosomen krijgt, en wordt gevolgd door de vijfde en laatste fase van de mitose, de zogeheten telofase.