Cantabrisch Gebergte, Spaanse Cordillera Cantábrica, bergketen die zich over een lengte van ongeveer 180 mijl (300 km) langs de noordkust van Spanje uitstrekt. Het gebergte is schilderachtig en goed bebost (met beuken en zeedennen) en heeft een geologische oorsprong die vergelijkbaar is met die van de Pyreneeën, hoewel het geclassificeerd is als een afzonderlijke formatie. Het bestaat uit een reeks hoge bergkammen die landinwaarts oprijzen vanaf Torrelavega, in de provincies Cantabrië en Palencia, en (oost-west) Asturië en Noord-León doorkruisen in de richting van Galicië. Door breuken is het gebergte scherp afgebakend van de Castiliaanse hoogvlakte (deel van de Meseta Central) in het zuiden en de Cantabrische kustgebieden in het noorden, maar de oostelijke en westelijke grenzen zijn onduidelijk. De oostelijke uitlopers ten zuiden van Cantabrië rijzen abrupt op tot de reusachtige kalksteenbergen van de Europa-pieken, waartoe Torrecerredo (8.688 voet) en de Labra-piek (6.620 voet) behoren. De hoofdkam gaat verder in westelijke richting, gewoonlijk minder dan 100 km breed, maar met hoogten van 1.500 tot 2.000 meter. De meeste van de hogere pieken – waaronder Vieja, Prieta, Llambrión, Naranjo de Bulnes, en Espigüete – zijn hoger dan 2.500 meter en liggen langs de hoofdkam. Ten westen van de vallei van de rivier de Narcea veranderen de bergketens van oost naar west en loopt de Sierra de Rañadoiro bijna noord-zuid. De hoofdkam verdeelt zich in de Sierra de Ancares en de Sierra del Caurel, in het noordwesten, en de Sierra de Gistreo en het León-gebergte, om het bekken van El Bierzo te omsluiten, dat wordt afgevoerd door de bovenloop van de Sil.
Deze ketens vormen een indrukwekkender barrière dan de Pyreneeën. De spoorweg Oviedo-León kruist de Pajares-pas op 1.379 meter hoogte en is een van de moeilijkste spoorwegpassen in Europa. Zware rivierstromen stromen vanuit de bergen naar het noorden en smeden diepe valleien, terwijl in het zuiden de langere rivieren van de bergen worden gebruikt voor irrigatie. De regio is economisch belangrijk vanwege de ijzer- en steenkoolvoorraden en als bron van hydro-elektrische energie voor de kuststreek. Veeteelt is echter nog steeds de belangrijkste economische activiteit. Het toerisme in het gebied is in belang toegenomen.