Tijdens de tweede helft van de jaren twintig maakte Jozef Stalin de weg vrij voor het verwerven van de absolute macht door gebruik te maken van politiële repressie tegen oppositionele elementen binnen de Communistische Partij. Dit dwangmiddel was tot dan toe alleen gebruikt tegen tegenstanders van het bolsjewisme, niet tegen partijleden zelf. De eerste slachtoffers waren de Politburoleden Leon Trotskii, Grigorii Zinov’ev en Lev Kamenev, die eind 1927 werden verslagen en uit de partij gezet. Stalin keerde zich vervolgens tegen Nikolai Boecharin, die als een “rechtse oppositie” werd bestempeld, omdat hij zich verzette tegen zijn beleid van gedwongen collectivisatie en snelle industrialisatie ten koste van de boeren….
De moord op Sergej Kirov op 1 december 1934 vormde het begin van een reeks gebeurtenissen die uitmondde in de Grote Terreur van de jaren dertig van de vorige eeuw. Kirov was een volwaardig lid van het regerende Politburo, leider van het Leningradse partijapparaat, en een invloedrijk lid van de regerende elite. Zijn bezorgdheid voor het welzijn van de arbeiders in Leningrad en zijn vaardigheid als redenaar hadden hem zeer populair gemaakt. Sommige partijleden hadden hem zelfs in het geheim benaderd met het voorstel dat hij de functie van algemeen secretaris zou overnemen.
Het is twijfelachtig of Kirov een directe bedreiging vormde voor Stalin’s overwicht, maar hij was het niet eens met sommige van Stalin’s beleidsmaatregelen, en Stalin begon te twijfelen aan de loyaliteit van leden van het Leningradse apparaat. Stalin had een voorwendsel nodig om een buitenlandse zuivering te beginnen en besloot dat de moord op Kirov een goed idee zou zijn. De moord werd uitgevoerd door een jonge moordenaar genaamd Leonid Nikolajev. Recent bewijs heeft aangetoond dat Stalin en de NKVD de misdaad hadden gepland.
Stalin gebruikte de moord vervolgens als excuus om draconische wetten tegen politieke misdaden in te voeren en een klopjacht te beginnen op vermeende samenzweerders tegen Kirov. Gedurende de volgende viereneenhalf jaar werden miljoenen onschuldige partijleden en anderen gearresteerd — velen van hen wegens medeplichtigheid aan het grote complot dat vermoedelijk achter de moord op Kirov zat. Vanuit Sovjet standpunt was zijn moord waarschijnlijk de misdaad van de eeuw, omdat het de weg vrijmaakte voor de Grote Terreur. Tijdens de Grote Terreur, die de beruchte showprocessen tegen Stalin’s voormalige Bolsjewistische tegenstanders in 1936-1938 omvatte en zijn hoogtepunt bereikte in 1937 en 1938, werden miljoenen onschuldige Sovjet burgers naar werkkampen gestuurd of in de gevangenis gedood.
Tegen de tijd dat de terreur in 1939 afnam, was Stalin erin geslaagd om zowel de partij als het publiek in een staat van volledige onderwerping aan zijn bewind te brengen. De Sovjet maatschappij was zo geatomiseerd en de mensen zo bang voor represailles dat massa-arrestaties niet langer nodig waren. Stalin regeerde als absoluut dictator van de Sovjet-Unie gedurende de Tweede Wereldoorlog en tot aan zijn dood in maart 1953.