Het is over het algemeen niet aan te raden om gazons door te zaaien, maar als het toch wordt gedaan, mag het alleen op een bermudagras gazon. De extra irrigatie, bemesting en schaduweffecten van het doorzaaien zullen centipedegras, zoysiagras en St. Augustinegras in de lente en vroege zomer ernstig vertragen of beschadigen en ongewenste concurrentie veroorzaken op het permanente gras.
Perenniaal raaigras (Lolium perenne) en eenjarig raaigras (Lolium multiflorum) kunnen worden gebruikt om slapende bermudagrasgazons in South Carolina door te zaaien. Zij zorgen voor een groene bedekking tijdens de winter, wanneer dit gras voor warm seizoen in rust gaat en na de vorst bruin wordt. Ze kunnen ook worden gebruikt als winterbedekking om erosie te helpen voorkomen op nieuwe grasvelden waar het permanente gras nog niet is geplant. Denk eraan dat doorzaaien het bermudagras zelfs kan vertragen, tenzij het in het voorjaar correct wordt beheerd, omdat het raaigras concurreert om vocht, zonlicht en voedingsstoffen.
Ryegrassen passen zich goed aan zowel zon als schaduw aan. Hoewel goedkoper, is eenjarig raaigras een tweede keus boven overblijvend raaigras voor gazonkwaliteit, aangezien overblijvend raaigras meer gewenste gazoneigenschappen heeft en beter bestand is tegen ziekten dan eenjarig raaigras. Bovendien is eenjarig raaigras lichter van kleur dan overblijvend raaigras, grover van structuur, en sterft het sneller uit in de lente nadat het in de herfst is geplant. Het probleem is echter dat meerjarige raaigrascultivars gewoonlijk veel langer leven tot in de vroege zomer dan eenjarige raaigrassen, vooral in de schaduw. Het kan zelfs jaren overleven in sommige delen van het gazon, waar het een plaag kan worden. Meerjarig raaigras wordt ook niet aanbevolen als permanent gazon vanwege de gevoeligheid voor ziekten bij warm weer. Samenvattend kan worden gesteld dat raaigras in South Carolina alleen mag worden gebruikt voor doorzaai in de herfst op gazons met bermudagras, waarbij goede graslandbeheertechnieken worden toegepast, of voor gebruik als erosiebestrijding in de herfst en winter, wanneer het volgende voorjaar permanent warm seizoengras zal worden geïnstalleerd. Voor meer informatie over de juiste verzorging van bermudagras, zie HGIC 1216, Bermudagrass Yearly Maintenance Program.
Seedbed Preparation
Het is belangrijk om het zodengras voor te bereiden op de winter. Als de temperaturen in de herfst beginnen te dalen, heeft het gras minder water nodig. Zorg ervoor dat u niet te veel water geeft, want dan kunnen ziekteproblemen toenemen. Verwijder overtollig vilt zodat het zaad goed contact kan maken met de bodem. Een sterk vertroebeld gazon heeft de neiging om onregelmatige stukken doorgezaaid gras te vormen. Verticuteren of beluchten helpt bij het doorzaaien van zwaar vertakte gazons. Als een doorzaaiing noodzakelijk is, moet u deze dertig dagen na de doorzaaiing uitvoeren, zodat de gaten kunnen helen en er in de winter een gelijkmatige grasmat ontstaat. Voor meer informatie over beluchting, zie HGIC 1200, Gazons beluchten. Verticuteren moet vlak voor het doorzaaien worden uitgevoerd. Maai het gazon nauwkeurig, vang al het maaisel op of hark het na. Voor meer informatie over verticuteren, zie HGIC 2360, Beheersing van vilt in gazons.
Timing
Doorzaaien moet gebeuren wanneer de dagen warm genoeg zijn om het zaad te laten groeien, en de nachten koel genoeg zijn om het optreden van ziekten te verminderen. Dertig dagen voor de eerste vorst, wanneer de dagtemperaturen rond de 70 °F liggen en de nachttemperaturen gewoonlijk boven de 50 °F, is over het algemeen een goed tijdstip om door te zaaien. Dit komt meestal overeen met begin oktober in de Upstate en eind oktober in de Midlands en de kustregio’s.
Uitzaai
Bij het doorzaaien van een bestaand gazon brengt u 5 pond raaigras per 1000 vierkante voet aan. Dit zou het gazon een groene bedekking moeten geven zonder in het voorjaar overgangsproblemen te veroorzaken als gevolg van een dikke stand van raaigras. Als het gebied kaal is en er wordt doorgezaaid om bodemerosie te verminderen, breng dan 10 pond raaigraszaad per 1.000 vierkante voet aan. Dit zal een dikkere raaigrasbedekking opleveren die kan worden verwijderd voordat het gazon zich in het voorjaar definitief vestigt.
Zaai de helft van het zaad in één richting en de andere helft in een richting loodrecht op de eerste. Deze methode helpt bij de vorming van een uniforme grasmat. Gebruik zaad dat is behandeld met een schimmelwerend middel om de kans op ziekten te verkleinen. Als u een bestaand gazon doorzaait, borstelt u de grasmat met een stijve bezem om ervoor te zorgen dat de zaden door het gebladerte heen vallen en contact maken met de bodem.
Water het gazon twee tot drie keer per dag lichtjes totdat de zaden ontkiemen. De hoeveelheid water tijdens de aanleg wordt bepaald door het bodemtype en het verdampingspotentieel van de atmosfeer. Tijdens droge perioden hebben slecht gedraineerde kleigronden niet zoveel water nodig als zandgronden.
Geef niet te veel water, want dan spoelt het zaad weg en kunnen ziekten zich ontwikkelen. Wanneer het gazon is aangelegd en verschillende keren is gemaaid, geeft u alleen water als dat nodig is om te voorkomen dat raaigras verwelkt.
Onderhoud
Een aangelegd wintergazon vereist hetzelfde onderhoud als een permanent gazon. Maai wanneer het gras hoog genoeg is om te maaien, ongeveer 1 tot 2 centimeter. Maai daarna tot 1 tot 1½ centimeter wanneer het gras een hoogte van 2 tot 2½ centimeter heeft bereikt. Zorg ervoor dat het maaimes scherp is om te voorkomen dat de bladen van het raaigras scheuren. Als het raaigras goed is bemest, kan wekelijks maaien nodig zijn.
Na de tweede maaibeurt brengt u een half pond stikstof per 1000 vierkante meter aan met een meststof, zoals 16-4-8 of 15-0-15 (dit zou 3 pond meststof per 1000 vierkante meter gazon zijn). Breng halverwege de winter indien nodig nog een half pond stikstof aan om de kleur en groei van raaigras te behouden. De ziekte Pythium bacterievuur kan een probleem zijn bij overbewaterd, overbemest raaigras, vooral tijdens warm, vochtig weer; daarom is het belangrijk om de stikstofgift in de gaten te houden en niet te veel te bemesten of te veel water te geven.
Herstel van het permanente gazon
Raigras sterft normaal gesproken in het late voorjaar uit, maar als het koel weer is, kan het hardnekkig worden. Om raaigras te ontmoedigen, moet de bemesting uiterlijk half tot eind januari plaatsvinden. Laat het gazon indien mogelijk aan de droge kant liggen. Dit zal het raaigras onder druk zetten en de overgang naar warm seizoensgras mogelijk maken. Laat het blijvende gras in deze periode echter niet lijden onder een tekort aan water.
Maai het raaigras in de lente tot een centimeter hoogte, zodat het verzwakt en het blijvende gras zich kan verjongen. Zorg ervoor dat u het blijvende gazon niet scalpeert, omdat dit ook een vertraging in de overgang kan veroorzaken (d.w.z. groen worden in het voorjaar). Wanneer het permanente gras weer begint te groeien, begint u met regelmatig onderhoud, vooral bemesting.
Een laatste punt moet worden vermeld over het doorzaaien van bermudagras. Als een gazon eenmaal is doorgezaaid, moet het de volgende jaren worden doorgezaaid, omdat het raaigraszaad dat het vorige jaar niet is ontkiemd, kan ontkiemen en uitgroeien tot grote kluiten en er onkruidachtig uitziet. Als het doorzaaien van gazons wordt gestaakt, moeten eerder doorgezaaide gazons in de herfst worden behandeld met een preëmergent herbicide om te voorkomen dat zowel winteronkruiden als overgebleven raaigraszaad ontkiemt.
Excerpted from Southern Lawns, Bert McCarty (editor) and the University of Florida Extension publication Florida Lawn Handbook.