Flatwormen zijn kleine, meercellige dieren met langwerpige lichamen die aan de voor- (voorkant) en achterkant (achterkant) duidelijk afgebakende uiteinden hebben. Deze wormen zijn bilateraal symmetrisch, dat wil zeggen dat hun beide zijden elkaar weerspiegelen. Ze hebben meestal een herkenbare kop, waarin zich zwaartekracht- en lichtgevoelige organen bevinden, en oogvlekken. Ze hebben geen bloedsomloop en ademhalingssysteem en hebben slechts één opening die zowel als anus als mond dient. De meeste platwormsoorten leven in zoet en zeewater, hoewel sommige op het land leven.
Hun zachte, afgeplatte lichaam bestaat uit drie lagen – het ectoderm, het endoderm en het mesoderm. Ze kunnen bedekt zijn met een beschermende cuticula of met microscopisch kleine haartjes, cilia genoemd. Hun inwendige organen bestaan uit een zenuwstelsel, meestal hermafrodiete geslachtsorganen, en een uitscheidingsorgaan.
Als leden van het phylum Platyhelminthes, behoren platwormen tot vier klassen: Turbellaria, Monogenea, Trematoda, en Cestoidea. Binnen deze vier klassen zijn er honderden families en zo’n 10.000 soorten, waaronder dieren met gewone namen als vrij levende platwormen, parasitaire platwormen, lintwormen en zuigwormen.