vloeistof, een vloeistof of gas of in het algemeen een materiaal dat in rust geen tangentiële kracht of schuifkracht kan weerstaan en dat een voortdurende vormverandering ondergaat wanneer het aan een dergelijke spanning wordt blootgesteld. Deze voortdurende en onherstelbare verandering van de positie van een deel van het materiaal ten opzichte van een ander deel wanneer dit onder afschuifspanning staat, vormt stroming, een kenmerkende eigenschap van vloeistoffen. Daarentegen blijven de afschuifkrachten in een elastische vaste stof, die in een gedraaide of gebogen positie wordt gehouden, gehandhaafd; de vaste stof ondergaat geen vloei en kan terugveren naar zijn oorspronkelijke vorm. (Zie vervorming en stroming.) Samengedrukte vloeistoffen kunnen ook terugveren in hun oorspronkelijke vorm, maar terwijl de compressie gehandhaafd blijft, zijn de krachten binnen de vloeistof en tussen de vloeistof en de houder geen schuifkrachten. De vloeistof oefent een naar buiten gerichte druk uit, hydrostatische druk genoemd, die overal loodrecht op de oppervlakken van de container staat.
Verschillende vereenvoudigingen, of modellen, van vloeistoffen zijn sinds het laatste kwart van de 18e eeuw bedacht om vloeistofstromingen te analyseren. Het eenvoudigste model, een perfecte of ideale vloeistof genoemd, is een vloeistof die geen warmte geleidt, geen weerstand biedt tegen de wanden van een buis en geen inwendige weerstand biedt aan een deel dat over een ander deel stroomt. Een perfecte vloeistof kan dus, zelfs als hij stroomt, geen tangentiële kracht in stand houden; hij heeft dus geen viscositeit en wordt ook wel een inviscide vloeistof genoemd. Sommige echte vloeistoffen met een lage viscositeit en warmtegeleiding benaderen dit gedrag.
Vloeistoffen waarvan rekening moet worden gehouden met de viscositeit, of interne wrijving, worden visceuze vloeistoffen genoemd en worden verder onderscheiden als Newtonse vloeistoffen indien de viscositeit constant is voor verschillende afschuifsnelheden en niet verandert met de tijd. De viscositeit van niet-Newtonse vloeistoffen varieert met de afschuifsnelheid of varieert met de tijd, ook al is de afschuifsnelheid constant. Vloeistoffen van deze laatste categorie die dunner en minder viskeus worden naarmate zij verder worden geroerd, worden thixotrope vloeistoffen genoemd.