Samenvatting
Afschrikking is een oude praktijk, gemakkelijk gedefinieerd en beschreven, wijdverspreid toegepast maar ongelijk effectief en van twijfelachtige betrouwbaarheid. Na de Tweede Wereldoorlog en de komst van kernwapens werd afschrikking het middel bij uitstek om de internationale en interne veiligheid en stabiliteit tussen en binnen staten te handhaven in een tijdperk van ernstige conflicten. In het bijzonder met betrekking tot de aanwezigheid van kernwapens, maar ook om te gaan met niet-nucleaire gewelddadige conflicten, is afschrikking gebruikt om de vernietiging van staten, samenlevingen en uiteindelijk de mensheid te voorkomen (of tenminste te beperken). Het grootste succes is dat er sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 geen kernwapens voor destructieve doeleinden zijn gebruikt. Afschrikking is op grote schaal gebruikt onder het nucleaire niveau, maar met zeer ongelijke resultaten.
Afschrikking is intensief bestudeerd en getest op het gebruik ervan in termen van strategie in internationale betrekkingen, het handhaven van stabiliteit in internationale betrekkingen, het voeren van geweld en oorlogsvoering in zowel internationale als binnenlandse contexten, en in politieke zaken. Aangezien afschrikking het gebruik is van dreigingen om het toebrengen van ernstige schade te blokkeren of te verminderen, wordt het bestaan van capaciteiten om schade toe te brengen gemakkelijk in stand gehouden en periodiek toegepast, zodat de beschikbare afschrikkingscapaciteiten zorgen voor een zekere mate van voortdurende bezorgdheid en een regelmatig verlangen om ten minste kernwapens en dreigingen af te schaffen. Een korte periode na het einde van de Koude Oorlog zag een serieuze inspanning om de afhankelijkheid van afschrikking, in het bijzonder nucleaire afschrikking, in de internationale politiek te verminderen, maar deze werd al snel vervangen door een serieuze beweging in de tegenovergestelde richting. Toch blijven er inspanningen om de nood aan en het gebruik van afschrikking te verminderen.
Extensieve inspanningen zijn geleverd in de ontwikkeling van theorieën over afschrikking, in het bijzonder om empirische theorie te genereren om afschrikking beter te begrijpen en toe te passen, maar zonder tot algemeen aanvaarde resultaten te komen. Dit is het gevolg van de grote complexiteit van het onderwerp, de betrokken activiteit en het gedrag van de beoefenaars.
Het afschrikkingsgedrag is nu breder en diepgaander dan voorheen. Het staat onder grotere druk als gevolg van technologische, politieke en culturele ontwikkelingen, en opereert in een veel complexere globale omgeving met inbegrip van de ruimte, cyberspace, en de oceaan. Aldus blijft het doel om een effectieve empirische theorie over afschrikking te ontwikkelen, op verschillende niveaus, nog onvolledig bereikt. Hetzelfde geldt voor het beheersen van afschrikking in de praktijk. Niettemin blijft afschrikking belangrijk en fascinerend.