Cathy Isom geeft een paar verschillende manieren, evenals geweldige tips, over hoe je je eigen pinda’s thuis kunt kweken.
Het thuis kweken van pinda’s is verrassend eenvoudig, aangezien de planten minimale verzorging nodig hebben en een opbrengst leveren die groot genoeg is om het hele jaar mee te doen.
Als het op planten aankomt, heb je twee opties: of je plant een gepelde pinda of je pelt ze eerst. Als u ervoor kiest de pinda’s te pellen, moet u ervoor zorgen dat het dunne, roze/bruine laagje dat het zaad bedekt, blijft zitten. Dit is van vitaal belang. Anders zullen uw zaden niet ontkiemen. Zaai pinda zaden buiten 1 tot 2 centimeter diep, met ongeveer 6 tot 8 centimeter tussen de zaden. De rijen moeten minstens 1,5 tot 1,5 m uit elkaar staan, zodat elke plant de ruimte heeft om te groeien. Losse, goed drainerende grond is het beste, dus het kan nodig zijn zand en compost toe te voegen om de grond losser te maken.
Als u binnen pinda’s kweekt, kunt u een grote plastic kom van 4 inch diep gebruiken. Vul de kom met vochtige potgrond. Dop ten minste vier pinda’s en leg de zaden op de bovenste laag aarde. Bedek de zaden met een centimeter grond, en de plantjes zouden binnen een paar dagen moeten ontkiemen.
Pinda’s zijn handig om de zaden afzonderlijk te planten, wat kan helpen de schok te minimaliseren wanneer u de planten later in containers of uw tuin overplant. Zet de planten op een plaats in de volle zon.
Wacht ook niet te lang. Als u te lang wacht met het oogsten van uw planten, zullen ze uitlopen. Om te oogsten, trekt u de hele plant uit de grond. Graaf eerst een beetje in de grond om de knollen los te maken, en gebruik een stuk gereedschap om de plant voorzichtig uit de grond te tillen. Leg de plant met de bladzijde op de grond te drogen. Als hij droog is, trekt u de pindadoppen los. De tijd die de pinda nodig heeft om te drogen kan variëren van een paar dagen tot een paar weken, afhankelijk van de soort en uw locatie.