Insulin Aspart (U-100) 100 Unit/Ml (3 Ml) Subcutane Pen Kortwerkende Insulines

author
3 minutes, 0 seconds Read

Lees de bijsluiter voor de patiënt en de gebruiksaanwijzing, indien verkrijgbaar bij uw apotheker, voordat u deze medicatie gaat gebruiken en elke keer dat u een navulling krijgt. Als u vragen heeft, stel ze dan aan uw arts, diabetesvoorlichter of apotheker.

Lees alle bereidings- en gebruiksinstructies van uw arts en de verpakking van het product.

Voordat u dit product gebruikt, dient u het visueel te controleren op deeltjes of verkleuring. Als een van beide aanwezig is, gebruik de insuline dan niet. Insuline aspart dient helder en kleurloos te zijn.

Voordat u elke dosis injecteert, reinigt u de injectieplaats met wrijvende alcohol. Verander telkens de plaats waar u injecteert om de kans op problemen of beschadigingen onder de huid (bijvoorbeeld putjes/knobbels of verdikte huid) te verkleinen. Insuline aspart kan worden geïnjecteerd in de maagstreek, de dij, de billen, of de achterkant van de bovenarm. Injecteer niet in een huid die rood, opgezwollen, jeukerig of beschadigd is. Injecteer geen koude insuline, omdat dit pijnlijk kan zijn. De insulinecontainer die u op dit moment gebruikt, kan op kamertemperatuur worden bewaard.

Injecteer deze medicatie onder de huid zoals voorgeschreven door uw arts, meestal 5 tot 10 minuten voor de maaltijd. Injecteer niet in een ader of spier, omdat een zeer lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) kan optreden. Omdat deze insuline snel werkt, mag u insuline aspart niet gebruiken als u niet direct na de injectie kunt eten of als u een lage bloedsuiker heeft. Niet eten direct na een dosis van deze insuline kan leiden tot een lage bloedsuiker (hypoglykemie). Wrijf niet over het gebied na de injectie.

Het toedienen van insuline aspart in een ader mag alleen worden gedaan door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Een zeer lage bloedsuikerspiegel kan het gevolg zijn.

Als u wordt opgedragen deze insuline met een infuuspomp te injecteren, lees dan de gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen die bij de infuuspomp worden geleverd. Als u vragen heeft, stel ze dan aan uw arts. Vermijd blootstelling van de pomp of de slangen aan direct zonlicht of andere warmtebronnen. Verdun geen insuline als u een insulinepomp gebruikt.

Deze medicatie kan worden gemengd met bepaalde andere insulineproducten, zoals NPH-insuline. Zuig altijd eerst de insuline aspart in de spuit, en daarna de langer werkende insuline. Injecteer nooit een mengsel van verschillende insulines in een ader. Raadpleeg uw arts over de juiste methode voor het mengen van insuline en de juiste manier om mengsels van insuline te injecteren. Meng geen insulines als u een insulinepomp gebruikt.

Als u de instructie krijgt om voor gebruik een mengvloeistof aan insuline-aspart toe te voegen (verdunnen), vraag uw arts dan naar de juiste manier om insuline te verdunnen.

Verander niet van merk of type insuline zonder aanwijzingen van uw arts.

Deel uw penapparaat niet met een ander, zelfs niet als de naald is verwisseld. U kunt andere mensen een ernstige infectie bezorgen, of een ernstige infectie van hen krijgen. Leer hoe u medische hulpmiddelen veilig kunt bewaren en weggooien.

De dosering is gebaseerd op uw medische toestand en de reactie op de behandeling. Meet elke dosis zeer zorgvuldig, omdat zelfs kleine veranderingen in de hoeveelheid insuline een groot effect op uw bloedsuiker kunnen hebben.

Controleer uw bloedsuiker regelmatig zoals voorgeschreven door uw arts. Houd uw resultaten bij en deel ze met uw arts. Dit is erg belangrijk om de juiste dosis insuline te bepalen.

Gebruik deze medicatie regelmatig om er het meeste profijt van te hebben. Om u te helpen herinneren, gebruik het elke dag op dezelfde tijdstippen.

Vertel het uw arts als uw toestand niet verbetert of als deze verslechtert (uw bloedsuiker is te hoog of te laag).

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.