Beide partijen hebben sterke argumenten. Hier volgen de drie meest besproken onderwerpen in het vinyldebat, gepresenteerd vanuit het perspectief van elke partij.
De productie van PVC is slecht voor het milieu en de fabrieksarbeiders.
De anti-vinylzaak:
In de jaren zeventig werd blootstelling aan vinylchloride monomeer (VCM) in verband gebracht met een zeldzame vorm van leverkanker, angiosarcoom. De EPA classificeerde PVC als een bekend carcinogeen voor de mens, waarbij fabrieksarbeiders de meest voorkomende slachtoffers van overmatige blootstelling aan VCM waren. Aan het eind van de jaren zeventig werden strenge regels opgesteld om de werknemers te beschermen. Helaas komen er bij de productie van PVC nog steeds elk jaar honderdduizenden kilo’s vervelende chemicaliën vrij in de lucht, waaronder VCM.
Voor meer informatie over het vinylonderzoek van de EPA, lees hun Toxicological Review of Vinyl Chloride.
De pro-vinyl zaak:
Er is geen enkel gedocumenteerd geval van angiosarcoom bij vinyl fabrieksarbeiders die in fabrieken zijn gaan werken nadat de U.S. Occupational Safety and Health Administration in de jaren 70 begon met het reguleren van VCM emissies. In 1976 vaardigde de EPA een regel uit over luchtgiffen en werden de VCM-emissies in de lucht drastisch verminderd. Vandaag de dag wordt minder dan één op de miljoen mensen in de VS getroffen door VCM in de lucht.
Het Centers for Disease Control’s Angiosarcoma of the Liver among Polyvinyl Chloride Workers geeft een overzicht van de gevaren van VCM in vinylfabrieken vóór 1974 en de huidige stand van zaken met betrekking tot de gezondheidsrisico’s van vinylwerkers.
PVC geeft kankerverwekkende stoffen af die een gevaar vormen voor degenen die het gebruiken.
De anti-vinyl zaak:
PVC bevat schadelijke kankerverwekkende stoffen, met name VCM. Andere chemische stoffen zoals dioxine en ftalaten, beide kankerverwekkend, kunnen ook vrijkomen in een binnenmilieu, wat gevaar oplevert voor de mensen die werken en wonen in gebouwen waarin PVC wordt gebruikt. Dioxine is een supergiftige chemische stof die vrijkomt bij de verbranding van chloorhoudend plastic. Behalve kanker kan dioxine ook zenuwstelselaandoeningen en geboorteafwijkingen veroorzaken. Ftalaten zijn kankerverwekkende chemicaliën die vaak in kunststoffen worden gebruikt om ze soepel te maken. Hoewel het feit dat vinyl kankerverwekkende stoffen bevat reden genoeg zou moeten zijn om het te vermijden, is PVC steeds gevaarlijker wanneer het wordt verbrand. Daarom zijn huis- en bouwbranden waarbij PVC betrokken is, niet alleen gevaarlijk voor huiseigenaren en werknemers, maar ook voor brandweerlieden en reddingswerkers.
De pro-vinyl zaak:
Weliswaar bevat PVC schadelijke kankerverwekkende stoffen, maar VCM is slechts een onderdeel van de produktie van vinyl. Zodra PVC is geproduceerd, wordt er geen VCM meer uitgestoten, zodat het geen bedreiging vormt voor iedereen die vinyl gebruikt. Dioxine kan alleen uit PVC vrijkomen wanneer het bij lage of extreem hoge temperaturen wordt verbrand. Bij een brand in een gebouw kan dioxine vrijkomen in de lucht, maar brandweerlieden zijn voorbereid op gevaarlijke dampen, en daarom dragen de meesten van hen zuurstofmaskers. Veel andere bouwmaterialen geven schadelijke gifstoffen af bij verbranding, dus PVC mag niet als zodanig worden aangewezen. Tenslotte is onderzoek met weekmakers (zoals ftalaten) nooit op mensen uitgevoerd. Laboratoriumratten die kanker ontwikkelden na blootstelling aan weekmakers, werden blootgesteld aan het equivalent van een mens die dagelijks 500 gram weekmaker binnenkrijgt gedurende 100 dagen, wat hoogst onwaarschijnlijk is.
Lees Environmental Design & Construction’s Navigating Fact from Fiction in the White-Hot Debate over PVC and the Environment voor meer informatie over waarom het gebruik van PVC in een binnenmilieu misschien niet gevaarlijk is.
PVC-verwijdering is onveilig.
De anti-vinylzaak:
Wanneer PVC wordt verbrand, produceert het dioxine. PVC na consumptie is moeilijk te recyclen en vergeleken met de recyclinginspanningen van andere kunststoffen, doet vinyl het slecht. De laatste optie voor het verwijderen van vinyl is het op stortplaatsen te gooien, maar additieven in PVC kunnen soms gevaarlijk afval opleveren.
Lees over de problemen bij het recyclen van PVC in Building Green’s Should We Phase Out PVC?
De pro-vinyl zaak:
Vinyl gaat meestal langer mee dan andere materialen, dus het komt minder vaak op stortplaatsen terecht dan zijn niet-vinyl equivalenten. PVC geeft alleen dioxine af als het niet op de juiste wijze wordt verbrand, en beweringen dat vinyl op stortplaatsen zou kunnen afbreken en giftige stoffen in het grondwater zou kunnen doen vrijkomen, zijn niet onderbouwd. Integendeel, de meeste stortplaatsfolies zijn tegenwoordig gemaakt van PVC vanwege de blijvende sterkte ervan.