Moraal redeneren en politiek conflict: de abortus controverse

We betogen dat de abortus controverse één belangrijke bron heeft – religie – en twee minder belangrijke – attitudes ten opzichte van seksuele permissiviteit en de arbeidsparticipatie van de vrouw. Het traditionele Christendom bevordert het verzet tegen abortus door middel van drie verschillende manieren van moreel redeneren: door deductief moreel redeneren, door de implicatie van het Christelijke wereldbeeld dat abortus de heiligheid van het leven schendt en een rebellie is tegen Gods ontwerp; door gezaghebbend moreel redeneren door een beroep op het Katholieke dogma; en door consequentialistisch moreel redeneren, als een middel om controle uit te oefenen over seksualiteit en als een middel om de activiteiten van de vrouw tot het gezin te beperken. Zelfs los van het christelijk geloof bevordert het aanhangen van de traditionele moraal het verzet tegen abortus op deze consequentialistische gronden. Wij stellen een model voor waarin religieuze overtuiging, anti-feminisme, seksuele permissiviteit, en attitudes ten opzichte van abortus verschillende concepten zijn (een vier-factoren model) in plaats van allemaal aspecten van één conservatisme factor. We ontwikkelen betrouwbare, meervoudig item attitude-schalen; tonen aan dat ons vier-factoren model veel beter bij de data past dan het één-factor alternatief; en testen onze hypotheses op nieuwe data van een grote, representatieve nationale steekproef van Australië (N = 4540). Met behulp van maximum likelihood structurele vergelijkingsmethoden vinden we dat deductieve redenering vanuit het christelijk geloof de belangrijkste bron is van oppositie tegen abortus, met sterke effecten zowel direct als indirect. Blootstelling aan het gezag van de katholieke hiërarchie is een reële maar zwakkere bron van oppositie. Consequentialistisch redeneren vanuit traditionele morele opvattingen over seks – deels gesteund door religie, deels er los van staand – is ook invloedrijk. Maar opvattingen over de werkgelegenheid van vrouwen doen er maar weinig toe, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen.