Licht is een soort energie
die elektromagnetische straling wordt genoemd. Er zijn veel verschillende vormen van elektromagnetische straling, zoals radiogolven, microgolven, ultraviolette stralen en röntgenstraling. Elke vorm wordt gekenmerkt door een andere golflengte. Radiogolven kunnen bijvoorbeeld kilometers lang zijn, terwijl gammastralen kleiner zijn dan atomen. Het licht dat wij zien – zichtbaar licht – valt ergens in het midden van dit “elektromagnetisch spectrum.”
Zichtbaar licht mag dan een klein deel van het elektromagnetisch spectrum zijn, maar er zijn nog steeds veel variaties van golflengten. Wij zien deze variaties als kleuren. Aan het ene eind van het spectrum bevindt zich rood licht, met de langste golflengte. Blauw of violet licht heeft de kortste golflengte. Wit licht is een combinatie van alle kleuren in het kleurenspectrum. Het heeft alle kleuren van de regenboog. Door primaire kleuren van licht zoals rood, blauw en groen te combineren ontstaan secundaire kleuren: geel, cyaan en magenta. Alle andere kleuren kunnen worden onderverdeeld in verschillende combinaties van de drie primaire kleuren.
Voorwerpen lijken de ene of de andere kleur te hebben door de manier waarop zij bepaalde kleuren licht weerkaatsen en absorberen. Zo ziet een rode wagen er rood uit omdat hij rood licht weerkaatst en blauw en groen licht absorbeert. Een gele banaan reflecteert rood en groen licht, en absorbeert de rest.
 |
||
 |
|
|
 |
1 wit papieren bekertje |  |
|
Rood, groen, en blauwe stiften | |
|
Snoer van felgekleurde kerstboomverlichting | |
|
1 potlood of pen | |
|
|
|
 |
||
 |
Kleur de binnenkant van een witte papieren beker met de drie primaire kleuren van licht: rood, blauw en groen. Laat een van de strepen wit. (Er moeten vier gelijke strepen zijn in rood, blauw, groen en wit.)
|
|
 |
||
 |
Pons met een potlood een gaatje in de bodem van het bekertje. |  |
|
||
 |
Stop de streng met vakantielichtjes erin. Neem een rood lampje van de streng en steek het door het gat in de bodem van de beker. |  |
|
||
 |
Kijk naar de rode, blauwe en groene delen in de beker. (OPMERKING: Voor betere resultaten schakelt u het kamerlicht uit.)
|
 |
|
||
 Probeer het experiment met het blauwe en groene licht. Wat gebeurt er met de kleuren in de beker? Gebruik wat u over de kleuren van licht hebt geleerd om te verklaren waarom de kleuren veranderen.
|
||
De ogen van de mens kunnen alleen bepaalde golflengten waarnemen, dus zichtbaar licht is de enige soort elektromagnetische straling die wij kunnen zien. Sommige dieren kunnen andere vormen van licht zien. Bijen en vlinders kunnen ultraviolet licht zien, wat betekent dat zij andere kleuren zien dan wij. Dit helpt hen bloemen te vinden om te bestuiven. De wereld moet er heel anders uitzien vanuit het oogpunt van een hommel!