Paul Gauguin Biografie

Paul Gauguin werd geboren op 7 juni, 1948, als zoon van een journalist uit Orléans en een moeder van Peruaans-Creoolse afkomst. Zijn familie verhuisde in 1951 naar Lima, Peru, en keerde vier jaar later terug naar Frankrijk. Dit keer zonder zijn vader, die onderweg was overleden. Gauguin nam op 17-jarige leeftijd dienst als matroos bij de koopvaardij en zeilde zes jaar lang de wereld rond.
Na de dood van zijn moeder in 1867 bezorgde de voogd van het gezin, Gustave Arosa, hem een baan als effectenmakelaar. Arosa stelde hem ook voor aan Mette Sophie Gad, een Deen die in 1873 zijn vrouw zou worden. Het waren de kunstverzamelingen van Gustav Arosa (waaronder werken van Corot, Delacroix en Millet) die Gauguin’s belangstelling voor de schilderkunst wekten.
Met zijn vriendin Emille Schuffenecker, een collega-aandeelhouder, begon Gauguin lessen te volgen en te schilderen. In 1876 werd Gauguin’s Landschap bij Viroflay geaccepteerd voor een officiële jaarlijkse tentoonstelling in Frankrijk, de Salon. Gauguin had al vroeg een passie voor impressionistische schilderijen en tussen 1876 en 1881 had hij in zijn persoonlijke collectie kunstwerken van o.a. Manet, Cezanne, Pissarro en Monet.
Gauguin studeerde vanaf 1875 bij Pissarro en had aanvankelijk moeite om de technieken van het schilderen en tekenen onder de knie te krijgen. In de jaren 1880-82 werd hij opgenomen in een Impressionistische tentoonstelling en maakte hij deel uit van de sociale kring van avant-garde kunstenaars, waaronder Manet, Degas en Renoir.
Nadat de Franse beurs in 1882 instortte, maakte Gauguin van de gelegenheid gebruik om fulltime kunstenaar te worden. Maar omdat hij werkloos was en zijn gezin niet kon onderhouden, bracht hij het naar de familie van zijn vrouw in Denemarken, waar hij het achterliet om het jaar daarop met zijn oudste zoon naar Parijs terug te keren.
Niet in staat om enig enthousiasme voor zijn eigen werk op te wekken, gefrustreerd en berooid, reisde Gauguin naar Pont-Aven in de regio Bretagne in Frankrijk op zoek naar een eenvoudiger, soberder leven. Na een moeilijke winter in Pont-Aven vertrekt hij met Charles Laval naar Martinique, met de bedoeling als een wilde te leven. Hij keerde terug naar Frankrijk in 1887, getroffen door een element van primitivisme in zijn eigen karakter en kunst.