- Ik gebruikte altijd de boot.iso image om netwerk installaties te doen. Waar is die gebleven?
- Waarom werkt mijn Ethernet niet tenzij ik inlog en het expliciet inschakel?
- En wat als ik de oude naamgeving terug wil?
- Maar ik wil gewoon dat het werkt en dat ik de configuratiebestanden met de hand kan bewerken.
- Hoe schakel ik IPv6 uit?
- Van waar kan ik de 32-bit versie downloaden?
- Wat heb je gedaan met ifconfig/netstat?
Ik gebruikte altijd de boot.iso image om netwerk installaties te doen. Waar is die gebleven?
Met ingang van EL6 heeft upstream besloten om boot.iso uit de images/ directory te halen en het als een apart, stand alone medium te versturen. Vanwege de grote omvang van dit image, hebben wij besloten hetzelfde te doen. Het netwerkinstallatie schijfimage heet netinstall.iso en kan nu alleen gevonden worden in de isos/ directory, samen met alle andere installatie-images.
Waarom werkt mijn Ethernet niet tenzij ik inlog en het expliciet inschakel?
… en waarom zijn de interface namen allemaal “messed up” vergeleken met vroeger? Dit is in strijd met de Unix regel van “geen verwachtingen breken”.
Upstream heeft de standaard configuratie gewijzigd om NetworkManager te gebruiken en interfaces zijn (enigszins onverklaarbaar in het geval van Ethernet) niet standaard ingeschakeld. Dit kan omzeild worden tijdens de installatie, waar u de mogelijkheid heeft om uw netwerkkaart in te schakelen op het hoofdscherm van de installer, waar de installer vraagt naar uw taal/toetsenbord/opslagapparaten/software-installatie. Op dit scherm is een knop met de naam “Network & Hostname”. Klik op die knop, selecteer de Ethernet verbinding die u wilt bewerken en klik op de “Uit”-knop in de rechterbovenhoek. In de veronderstelling dat DHCP beschikbaar is, zult u zien dat de verbinding in kwestie een netwerkadres krijgt. Als u uw netwerkinstellingen met de hand moet configureren, druk dan op de “Configureer”-knop, voer de gewenste waarden in en sla ze op. Waarschijnlijk moet je de zojuist geconfigureerde NIC uitschakelen en weer inschakelen om de wijzigingen te laten werken. Druk nu op “Done” en dat is het. Je kunt deze wijzigingen ook aanbrengen met NetworkManager (Systeem; Voorkeuren; Netwerkverbindingen of klik met de rechtermuisknop op het kleine netwerkicoontje in het systeemvak en Bewerk Verbindingen…) nadat de installatie is voltooid.
Als u NetworkManager niet gebruikt, kunt u hetzelfde resultaat bereiken door het configuratiebestand voor de netwerkinterface te bewerken ( normaal /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0 ) en te wijzigen: ONBOOT=no in ONBOOT=yes Sommige setups lijken ook de toevoeging van een regel nodig te hebben: BOOTPROTO=dhcp als er een DHCP setup in het spel is; Statische IP setups zouden nemen: BOOTPROTO=static natuurlijk
Wat betreft het “breken van verwachtingen”: Het voorgaande voorbeeld gebruikt een “traditioneel” genoemd netwerkapparaat van: eth0 Andere apparaatnamen zijn ook mogelijk, waaronder bijvoorbeeld: em1 of p3p1 en dergelijke. Of je het leuk vindt of niet, deze verandering in aanpak in de interface naamgeving is de toekomstige weg voor Linux. Er werd een voorproefje van gegeven in de upstream “testing distribution”. Zie ook het materiaal op: Dell’s writeup en een blog post van een insider daar.
En wat als ik de oude naamgeving terug wil?
Dit zijn de noodzakelijke stappen:
Maar ik wil gewoon dat het werkt en dat ik de configuratiebestanden met de hand kan bewerken.
Vele installaties hebben de complexiteit van de NetworkManager tool niet nodig, en gebruiken in plaats daarvan met de hand bewerkte configuratiebestanden. Hier is een voorbeeld van een niet NetworkManager DHCP interface configuratie:
en een voorbeeld van een ‘static assignment’ configuratiebestand:
en dan kunnen algemene items zoals hostnaam en DNS servers optioneel geplaatst worden in:
De informatie daar is ‘optioneel’ omdat een DHCP server deze waarden kan uitdelen. De initscripts zijn in staat om hostnamen en dergelijke uit te zoeken als er een goed gevulde DNS omgeving bestaat, uit PTR records en dergelijke, maar sommige gebruikers moeten dergelijke details handmatig beheren. Voor meer informatie kunnen de volledige documentatiebestanden van de initscripts als volgt worden opgesomd:
rpm -qd initscripts
zelfs in een omgeving waar het man manual leespakket en zijn afhankelijkheden ontbreken.
Hoe schakel ik IPv6 uit?
Upstream medewerker Daniel Walsh raadt aan om de ipv6 module niet uit te schakelen, omdat dat problemen kan veroorzaken met SELinux en andere componenten, maar het volgende toe te voegen aan /etc/sysctl.conf:
net.ipv6.conf.all.disable_ipv6 = 1net.ipv6.conf.default.disable_ipv6 = 1
Om uit te schakelen in het draaiende systeem:
echo 1 > /proc/sys/net/ipv6/conf/all/disable_ipv6echo 1 > /proc/sys/net/ipv6/conf/default/disable_ipv6
of
sysctl -w net.ipv6.conf.all.disable_ipv6=1sysctl -w net.ipv6.conf.default.disable_ipv6=1
Aanvullende opmerking #1: Als er problemen met X forwarding optreden op systemen waarvan IPv6 is uitgeschakeld, bewerkt u /etc/ssh/sshd_config en brengt u een van de volgende wijzigingen aan:
(1) Verander de regel
#AddressFamily any
in
AddressFamily inet
(inet is alleen ipv4; inet6 is alleen ipv6)
of
(2) Verwijder het hash-teken (#) voor de regel
#ListenAddress 0.0.0.0
Start daarna ssh opnieuw.
Aanvullende opmerking #2: Als er problemen optreden met het starten van postfix op systemen met IPv6 uitgeschakeld, ofwel
(1) bewerk /etc/postfix/main.cf en commentarieer het localhost deel van de config uit en gebruik ipv4 loopback.
#inet_interfaces = localhostinet_interfaces = 127.0.0.1
of
(2) verwijder de ipv6 localhost uit /etc/hosts .
Van waar kan ik de 32-bit versie downloaden?
De 32-bit release van CentOS 7 kan worden gedownload van http://mirror.centos.org/altarch/7/isos/i386/
Wat heb je gedaan met ifconfig/netstat?
De ifconfig en netstat utilities zijn al bijna een decennium lang gemarkeerd als deprecated in de man pages voor CentOS 5 en 6 en Redhat heeft de beslissing genomen om het net-tools pakket niet langer standaard te installeren in CentOS 7. Een reden om over te stappen is dat ifconfig niet alle details laat zien van ip-adressen die aan interfaces zijn toegewezen – gebruik in plaats daarvan het ip commando. De vervangende programma’s zijn ss en ip. Als je echt ifconfig en netstat terug nodig hebt dan kun je yum net-tools installeren.