Begrijpen van genetica

author
2 minutes, 3 seconds Read

Schapen tellen kan ons iets leren over tweelingen

Wetenschappers wenden zich vaak tot dieren als ze een biologisch proces willen bestuderen. Een deel van de nieuwste informatie over tweelinggenetica is afkomstig van de studie van schapen.

Schapen werden gekozen omdat ze, net als mensen, meestal één lam baren. Ze kunnen echter soms tweelingen en drielingen krijgen.

Verschillende schapenrassen hebben van nature een hoger of lager tweelingpercentage. Deze verschillende rassen hebben verschillende versies (allelen genoemd) van sommige van hun genen. Specifieke allelen kunnen bepaalde rassen een grotere kans op tweelingen geven.

We kunnen de genen tussen deze verschillende rassen vergelijken om te proberen de genen te vinden die tweelingvorming bepalen. En dat is precies wat wetenschappers hebben gedaan.

Een grondige zoektocht naar genen die tweelingvorming bij schapen controleren, heeft verschillende interessante genen aan het licht gebracht. De rassen met een hoger percentage tweelingen hadden verschillende allelen van deze genen!

De drie belangrijkste schapengenen die werden geïdentificeerd, kregen de namen BMP15, GDF9, en BMPR1B. De specifieke gennamen zijn niet echt belangrijk. Weet alleen dat al deze genen betrokken zijn bij het controleren van de ovulatie. Dat is logisch!

Bedenk dat hyperovulatie de kans op een broederlijke tweeling vergroot. De schapenrassen met een hoger dan gemiddeld aantal tweelingen hadden versies van de genen die de ovulatie verhogen. Het moeilijke deel is deze bevindingen te verbinden met mensen.

Het is moeilijker om mensen te bestuderen. Wetenschappers hebben geprobeerd verbanden te vinden tussen de bij schapen gevonden genen en de menselijke tweelinggenetica. Tot nu toe hebben ze ontdekt dat sommige overeenkomen en andere niet. Dat is op zichzelf al interessant!

Een ander gen, follicle-stimulating hormone, kortweg FSH, is ook in verband gebracht met tweelingen bij mensen. Net als de andere drie geïdentificeerde genen is ook dit FSH betrokken bij het bevorderen van de ovulatie, en moeders van broederlijke tweelingen hebben er vaak hoge niveaus van.

Het lijkt erop dat tweelinggenetica bij mensen gecompliceerder is dan bij schapen. Waarschijnlijk zijn er meer genen bij betrokken. Maar elk nieuw stukje informatie over de betrokken genen voegt weer een puzzelstukje toe aan het complete genetische plaatje.

Misschien zullen we op een dag alle genen kennen die bij mensen tweelingbroers veroorzaken. Maar voor nu kunt u uw zoon gewoon vertellen dat zijn genetica waarschijnlijk niet de oorzaak van zijn tweeling is. Wetenschappers proberen er nog achter te komen welke genen aan de kant van zijn vrouw de boosdoeners zouden kunnen zijn!

Door Dr. Anja Scholze, Stanford University

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.