Boogelasticiteit

author
1 minute, 41 seconds Read

De boogelasticiteit van de gevraagde (of geleverde) hoeveelheid Q ten opzichte van de prijs P, ook wel de boogprijselasticiteit van de vraag (of het aanbod) genoemd, wordt berekend als

( % verandering in Q ) / ( % verandering in P ) {displaystyle (%{\mbox{ verandering in }}Q)/(\%{\mbox{ verandering in }}P)}

VoorbeeldEdit

Voorstel dat twee punten op een vraagcurve, ( Q 1 , P 1 ) {\displaystyle (Q_{1},P_{1})}

en ( Q 2 , P 2 ) {(Q_{2},P_{2})}

, bekend zijn. (Er is wellicht verder niets bekend over de vraagcurve.) Dan wordt de boogelasticiteit verkregen met de formule
E p = Q 2 – Q 1 ( Q 1 + Q 2 ) / 2 P 2 – P 1 ( P 1 + P 2 ) / 2 . {\displaystyle E_{p}={\frac {Q_{2}-Q_{1}}{(Q_{1}+Q_{2})/2}}{P_{2}-P_{1}}{(P_{1}+P_{2})/2}}.}

Stel dat de hoeveelheid hotdogs die tijdens de rust van voetbalwedstrijden wordt gevraagd, wordt gemeten bij twee verschillende wedstrijden waarbij twee verschillende prijzen worden gevraagd: bij de ene meting bedraagt de gevraagde hoeveelheid 80 eenheden, bij de andere meting 120 eenheden. De procentuele verandering, gemeten ten opzichte van het gemiddelde, zou zijn (120-80)/((120+80)/2))=40%. Indien de metingen in omgekeerde volgorde zouden worden verricht (eerst 120 en dan 80), zou de absolute waarde van de procentuele verandering gelijk zijn.

Wanneer daarentegen de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid zou worden gemeten ten opzichte van de beginwaarde, zou de berekende procentuele verandering (120-80)/80= 50% zijn. De procentuele verandering voor de omgekeerde volgorde van waarnemingen, van 120 eenheden naar 80 eenheden, zou zijn (80-120)/120 = -33,3%. De middelpuntformule heeft het voordeel dat een procentuele verandering van A naar B in absolute waarde hetzelfde wordt gemeten als een verandering van B naar A.

Stel dat de verandering in de prijs van hotdogs, die leidde tot deze verandering in de gevraagde hoeveelheid van 80 naar 120, van $3 naar $1 was. De procentuele verandering in prijs gemeten ten opzichte van het middelpunt zou (1-3)/2 = -100% zijn, dus de prijselasticiteit van de vraag is 40%/(-100%) of -0,4. Het is gebruikelijk om de absolute waarde van de prijselasticiteit gewoon prijselasticiteit te noemen, aangezien voor een normale (dalende) vraagcurve de elasticiteit altijd negatief is en het “min”-gedeelte dus impliciet kan worden gemaakt. De boogvormige prijselasticiteit van de vraag van de voetbalfans is dus 0,4.

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.