Ze lopen bijna evenwijdig aan elkaar tussen de lagen van het mesenterium, waarbij elk vat zich in twee takken verdeelt, die zich met aangrenzende takken verenigen en zo een reeks bogen (arteriële arcades) vormen, waarvan de convexiteiten naar de darm gericht zijn.
Uit deze eerste reeks bogen ontstaan takken, die zich verenigen met soortgelijke takken van boven en onder en zo wordt een tweede reeks bogen gevormd; uit de onderste takken van de slagader kan een derde, een vierde of zelfs een vijfde reeks bogen worden gevormd, die in omvang afnemen naarmate zij dichter bij de darm komen.
In het korte, bovenste deel van het mesenterium bestaat slechts één serie bogen, maar naarmate de diepte van het mesenterium toeneemt, worden tweede, derde, vierde, of zelfs vijfde groepen ontwikkeld.
De verschillen tussen de ileale arteriën en de jejunale arteriën kunnen als volgt worden samengevat:
Type | Opzicht | Aantal arcades | Vetlaag |
jejunale slagaders | één (of enkele) | dunne | |
ileale slagaders | veel |
Van de eindbogen ontspringen talrijke kleine rechte vaten (vasa recta) die de darm omsluiten, waarop ze worden verdeeld, zich vertakkend tussen de lagen.
Van de darmslagaders gaan kleine vertakkingen naar de lymfeklieren en andere structuren tussen de lagen van het mesenterium.