Djoser (ook bekend als Netjerikhet, Tosorthos, en Sesorthos, ca. 2670 v. Chr.) was de eerste koning van de Derde Dynastie van Egypte en regeerde meer dan twintig jaar. Sommige bronnen vermelden een koning met de naam Sanakht als de eerste heerser van de Derde Dynastie, maar deze bewering wordt betwist omdat de naam van Sanakht alleen bekend is van twee reliëfs, de koningslijst van Abydos, en de papyrus van Turijn, niet van archeologisch bewijsmateriaal. Vroege archeologen identificeerden Sanakht’s tombe als mastaba K2 in Beit Khallaf op basis van de twee bovengenoemde reliëfs, die daar werden gevonden; maar deze identificatie is betwist en grotendeels in diskrediet gebracht. Manetho’s chronologie, die routinematig wordt gebruikt om de regeerperiodes van de koningen van Egypte te dateren, is ook onduidelijk over wie hij was of wanneer hij regeerde. De regering van Djoser, na Khasekhemwy, is veel zekerder dan de vage suggesties van een koning met de naam Sanakht en daarom wordt hij nu aanvaard als de eerste koning van de Derde Dynastie. Djoser is vooral bekend om zijn Trappenpiramide, de eerste piramide die in Egypte werd gebouwd, hoewel hij nog vele andere bouwprojecten initieerde; zoveel zelfs dat geleerden een regeerperiode van bijna dertig jaar hebben voorgesteld om het aantal graven, tempels en monumenten dat hij liet bouwen te verklaren.
Regeerperiode
Er is zeer weinig bekend over Djosers jeugd of gezinsleven. Zijn naam Netjerikhet betekent “goddelijk van lichaam” en “Djoser” is afgeleid van het Djed-symbool van stabiliteit. Hij volgde zijn vader, Khasekhemwy, de laatste koning van de Tweede Dynastie, op en zijn moeder was de koningin Nimaathap. Zijn vrouw was Hetephernebti, die waarschijnlijk zijn halfzuster was. Hoewel het gebruikelijk was dat de farao een koningin en mindere vrouwen had, nam Djoser naast Hetephernebti geen andere vrouwen.
Advertentie
Toen hij de troon besteeg, begon hij vrijwel onmiddellijk met het geven van opdrachten voor zijn bouwprojecten.
Toen hij de troon besteeg, begon hij vrijwel onmiddellijk met het geven van opdrachten voor zijn bouwprojecten. Historica Margaret Bunson schrijft dat Djoser “regeerde in een tijdperk waarin de vooruitgang van de beschaving aan de Nijl zichtbaar was, zoals de bouw van architectonische monumenten, de ontwikkeling van de landbouw, de handel en de opkomst van de steden” (66). Hoewel de steden al tijdens de Eerste Dynastie begonnen te groeien, werden zij onder Djoser’s heerschappij steeds talrijker en de architectuur steeds sierlijker. Alleen al Djosers piramidecomplex is het beste voorbeeld van de grote vooruitgang in architectonisch ontwerp aan het begin van de Derde Dynastie. De versiering werd naar een veel hoger niveau getild en er werden symbolen gebruikt om de mensen te herinneren aan de zegeningen van de goden en de harmonie van het land. Het Djed-symbool, dat niet alleen stabiliteit voorstelt maar ook in verband wordt gebracht met de god Osiris, werd gebruikt in de zuilen in Tempel T van Djoser’s Saqqara-complex en komt ook voor op zijn andere monumenten.
De stabiliteit van het land onder Djoser was voor een deel te danken aan het feit dat hij erin slaagde zijn grenzen veilig te stellen en vervolgens uit te breiden. Uitbreiding van het rijk tot in de regio van de Sinaï werd bereikt door militaire expedities. Hij versloeg de Libiërs in de strijd en annexeerde een deel van hun land. De positie van de koning was verbonden met militaire bekwaamheid en overwinningen waren een teken van de gunst van de goden. De legers van Djoser brachten dus eer aan zijn naam en aan het land, maar hij werd legendarisch, zonder deze veldtochten en lang voordat zijn Trappenpiramide werd gebouwd, om een andere reden: de herbouw van de Tempel van Khnum die een einde maakte aan een hongersnood.
Advertentie
De hongerstele
De hongerstele is een inscriptie uit de Ptolemaeïsche dynastie (332-30 v. Chr.), lang na de heerschappij van Djoser, die verhaalt hoe de koning zijn land redde. In Egypte brak een hongersnood uit die zeven jaar aanhield. Niemand wist hoe het probleem op te lossen en geen van Djoser’s adviseurs leek enig nut te hebben. Djoser had een droom waarin de god Khnum, de god van de bron van de rivier de Nijl, naar hem toe kwam en klaagde dat zijn tempel op het eiland Elephantine (bij het huidige Aswan) in verval was geraakt en dat de mensen hun respect hadden verloren voor de god die hen leven gaf via de rivier.
Djoser overlegde met zijn vizier Imhotep en met een van zijn gouverneurs, Medir, en zij stelden hem voor naar het eiland Elephantine te varen om Khnum eer te bewijzen en de tempel te bekijken. Djoser deed dit en toen hij ontdekte dat de tempel in zo’n slechte staat verkeerde als in zijn droom was voorspeld, bouwde hij er een nieuwe voor in de plaats. Toen de nieuwe tempel voltooid was, eindigde de hongersnood en werd Djoser bejubeld als de held van zijn volk.
Teken in op onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief!
De door Djoser gebouwde tempel en de omringende binnenplaats en buitengebouwen zijn vandaag de dag nog steeds te zien, hoewel de tempel tijdens latere dynastieën renovaties onderging. Deze hedendaagse ruïnes dateren uit de tijd van Djoser en daarom wordt de Hongerstèle door sommigen als geschiedenis beschouwd en door anderen als legende geïnterpreteerd. Aangezien de steen dateert van bijna 2000 jaar na de regering van Djoser, ligt de werkelijke betekenis van de inscriptie in de manier waarop Djoser door zijn volk werd herinnerd; of de gebeurtenis werkelijk heeft plaatsgevonden zoals beschreven is niet van belang. Een impopulaire farao zou niet zo’n legende hebben voortgebracht, ongeacht de wonderbaarlijke prestaties waar hij bij betrokken was, en de Hongerstele getuigt van de eer en het hoge respect waarmee Djoser werd beschouwd.
De Trappenpiramide
Dit grote respect dat hij afdwong komt het duidelijkst tot uiting in zijn beroemde Trappenpiramide te Saqqara die, zoals alle piramiden en monumenten van Egypte, werd gebouwd door bekwame Egyptische ambachtslieden en arbeiders, niet door slaven. Oorspronkelijk was de trappiramide bedoeld als een eenvoudig mastaba-graf, maar onder leiding van Imhotep groeide het uit tot het hoogste bouwwerk van die tijd en een toeristische trekpleister die mensen uit alle delen van het land aantrok. Professor en Egyptoloog Miroslav Verner schrijft:
Advertisement
Weinig monumenten nemen in de geschiedenis van de mensheid zo’n belangrijke plaats in als die van de Trappenpiramide in Saqqara. Samen met de bouwwerken eromheen vormt de piramide het grafcomplex van Djoser. Zonder overdrijving kan worden gesteld dat zijn piramidecomplex een mijlpaal vormt in de evolutie van de monumentale steenarchitectuur in Egypte en in de wereld in het algemeen. Hier werd kalksteen voor het eerst op grote schaal als bouwmateriaal gebruikt, en hier werd het idee van een monumentale koninklijke graftombe in de vorm van een piramide voor het eerst verwezenlijkt (108-109).
De trappiramide is een architectonisch hoogstandje dat nog nooit eerder in Egypte was geprobeerd. Voordien werden koningen begraven in mastaba’s, rechthoekige graftombes die boven ondergrondse kamers waren gebouwd en hooguit 6 meter hoog waren. De trappenpiramide is een reeks mastaba’s die op elkaar zijn gestapeld, waarbij elk niveau een beetje kleiner is dan het niveau eronder, om zo de vorm van een piramide te vormen. Eerdere mastaba’s waren opgetrokken uit baksteen van klei, maar de Trappenpiramide was gemaakt van kalkstenen blokken waarop afbeeldingen van bomen (heilig voor de Egyptische goden) en riet waren gekerfd, mogelijk symboliserend Het Rieten Veld, het Egyptische hiernamaals.
Het piramidecomplex &Gebruik van steen
Historicus Mar Van de Mieroop schrijft: “Eerdere complexen te Abydos en te Saqqara bij Memphis waren massief geweest, maar zij waren van lemen baksteen. Slechts enkele elementen waren van steen. Djoser’s trappiramidecomplex te Saqqara was het vroegste bouwwerk van deze omvang in de wereldgeschiedenis dat volledig van steen was.” (56) Bouwen in steen schijnt het idee te zijn geweest van Imhotep, wiens inscriptie op de Trappenpiramide voorkomt als hoofdarchitect. Imhotep ontwierp de piramide echter onder het bewind van Djoser, en dus werd de eer voor het werken in steen verdeeld tussen hem en zijn koning. Moroslav Verner merkt op hoe latere Egyptenaren Djoser de “opener van steen” noemden, waarmee hij bedoelde dat hij de eerste was die steen als bouwmateriaal gebruikte.
Het piramidecomplex was ontworpen om verbluffend te zijn en ontzag te wekken. Toen de trappiramide klaar was, was hij 62 meter hoog en daarmee het hoogste bouwwerk van zijn tijd. Het omringende complex omvatte een tempel, binnenplaatsen, heiligdommen en woonvertrekken voor de priesters met een oppervlakte van 16 hectare, omgeven door een muur van 10,5 meter hoog. Van de Mieroop schrijft:
Steun onze Non-Profit Organisatie
Met uw hulp creëren wij gratis inhoud die miljoenen mensen helpt geschiedenis te leren over de hele wereld.
Word Lid
Advertentie
Imhotep reproduceerde in steen wat eerder van andere materialen was gebouwd. De gevel van de ommuring had dezelfde nissen als de graven van lemen baksteen, de zuilen leken op bundels riet en papyrus, en de stenen cilinders op de bovendorpels van de deuropeningen stelden opgerolde rietschermen voor. Er werd veel geëxperimenteerd, wat vooral duidelijk is bij de bouw van de piramide in het centrum van het complex. Er waren verschillende plannen met mastaba-vormen voordat het de eerste trappenpiramide in de geschiedenis werd, waarbij zes mastaba-achtige niveaus op elkaar werden gestapeld…Het gewicht van de enorme massa was een uitdaging voor de bouwers, die de stenen naar binnen hellend plaatsten om te voorkomen dat het monument uiteen zou vallen (56).
De eigenlijke kamers van de graftombe werden onder de basis uitgegraven als een doolhof van tunnels met kamers buiten de gangen om rovers te ontmoedigen en het lichaam en de grafgiften van de koning te beschermen. De grafkamer van Djoser was uit graniet gehouwen en om deze te bereiken moest men door de gangen navigeren die gevuld waren met duizenden stenen vaten met daarop de namen van vroegere koningen gegraveerd. De andere kamers in het onderaardse complex waren voor ceremoniële doeleinden; maar niet voor de levenden, alleen voor de ziel van de farao.
Huis van de ziel &Durend Monument
De ziel zou uit negen aspecten bestaan en één daarvan, de ba (de vogelvormige afbeelding die vaak op gravures in graftombes wordt aangetroffen), kon naar believen van de aarde naar de hemelen vliegen. Hij had echter een herkenbaar oriëntatiepunt op aarde nodig, en dit zou de piramide zijn geweest. Zodra de ba, hoog daarboven, het huis van zijn eigenaar zag, kon hij naar beneden duiken, naar binnen gaan, en het aardse vlak weer bezoeken. Het belang van namen en beelden van farao’s komt hier in zoverre bij kijken dat de ziel haar vroegere thuis (fysieke lichaam) op aarde moest kunnen herkennen om in het hiernamaals tot rust te komen. Het beeld van Djoser, dat in het complex is opgericht, is het oudst bekende levensgrote Egyptische beeldhouwwerk en zou voor dit doel zijn gemaakt, alsmede om de levenden te herinneren aan de erfenis van de grote koning.
Advertentie
Helaas hebben alle voorzorgsmaatregelen en het ingewikkelde ontwerp van het ondergrondse complex niet kunnen voorkomen dat rovers uit de oudheid een weg naar binnen hebben gevonden. De grafgiften van Djoser, en zelfs zijn mummie, werden ooit gestolen en alles wat archeologen van de koning vonden waren delen van zijn gemummificeerde voet en een paar kostbaarheden die door de dieven over het hoofd waren gezien. Zijn trappiramide en de omringende gebouwen van het complex zijn echter nog steeds overgebleven als getuigenis van de grote koning en held van zijn volk.
De piramiden blijven, net als alle grote kunstwerken, fascineren omdat zij zichzelf openlaten voor interpretatie door mensen van elke cultuur en elke tijdsperiode. Deze interpretaties, zoals bij ieder schilderij of literatuurstuk, moeten gebaseerd zijn op de “tekst” zelf en, in dit geval, is die tekst de stenen monumenten zelf en de inscripties en symbolen die ermee verbonden zijn. Hoe men de piramiden in de afgelopen eeuwen ook heeft geïnterpreteerd, zij werden oorspronkelijk gebouwd als een huis voor de ziel van de koning en een monument voor zijn leven en heerschappij; de trappenpiramide vormt hierop geen uitzondering. Welke grote daden Djoser ook heeft verricht, en dat waren er waarschijnlijk veel, zijn in de loop der tijd vergeten, maar niet zijn laatste woning. De trappenpiramide in Saqqara herinnert de mensen er duizenden jaren na Djoser’s heerschappij aan dat deze koning ooit geleefd heeft en het waard is om herinnerd te worden; en dat is precies de reden waarom hij gebouwd is.