Mary Anning werd in 1799 geboren in de stad Lyme Regis in Dorset. Haar vader was een fervent fossielenjager en liet Mary en haar broer Joseph zien hoe ze fossielen konden zoeken en verzamelen op de plaatselijke stranden. Dit deel van de kust staat nu bekend als de Jurassic Coast vanwege het grote aantal prehistorische fossielen dat daar gevonden is.
Toen Anning 11 jaar oud was overleed haar vader, maar zij ging door met het zoeken en verzamelen van fossielen om ze te kunnen verkopen. Anning’s familie was erg arm en moest dus zoveel mogelijk geld verdienen met de verkoop van de fossielen.
Anning ging niet naar school omdat ze geld moest verdienen voor de familie, en het was in die tijd te duur om naar school te gaan. Ze leerde zichzelf lezen, schrijven en tekenen, en las alles over anatomie om haar te helpen begrijpen hoe de gefossiliseerde dieren die ze vond waren gevormd.
Toen ze 12 was, vond Anning’s broer de gefossiliseerde schedel van een Ichthyosaurus. Anning legde deze bloot en ontdekte wat het eerste complete Ichthyosaurusfossiel bleek te zijn dat was gevonden. Dit was een belangrijke ontdekking omdat zij de manier waarop wetenschappers hadden gedacht dat de natuurlijke wereld zich had ontwikkeld, op losse schroeven zette. In 1823 ontdekte Anning een Plesiosaurus en in 1828 een Pterodactylus.
Veel wetenschappers kwamen Anning bezoeken omdat zij zo goed op de hoogte was van haar vondsten en van de vele andere prehistorische fossielen die zij had blootgelegd. Ze correspondeerde regelmatig met wetenschappers, onder wie Adam Sedgewick, die geologie doceerde aan de Universiteit van Cambridge.
De meeste fossielen die Anning vond, verkocht ze om een inkomen te hebben. In 1838 ontving zij echter een jaarlijks inkomen van de British Association for the Advancement of Science en de Geological Society of London, om haar te financieren, zodat zij haar waardevolle werk aan fossielen kon voortzetten.
Anning wordt vaak een van de eerste paleontologen genoemd – wetenschappers die fossielen bestuderen – en haar werk begon ons begrip van hoe de wereld is geëvolueerd te veranderen. Charles Darwin, een beroemde botanicus die de evolutietheorie verklaarde (hoe planten en dieren veranderen en evolueren van duizenden jaren), publiceerde zijn theorie na de vondsten van Anning. Hij vond haar werk waarschijnlijk nuttig bij de ontwikkeling van zijn theorieën.
Anning stierf op 47-jarige leeftijd, en hoewel ze geen lid mocht zijn van de Geological Society (een wetenschappelijke vereniging voor wetenschappers die zich bezighielden met gesteenten en de dingen die daarin werden gevonden) omdat ze een vrouw was, werd haar dood opgemerkt door de vereniging, waarmee haar belangrijke bijdrage aan de wetenschap werd onderstreept.
Woorden om te weten
Anatomie – de structuur en kenmerken van een dier of plant.
Fossiel – de overblijfselen of sporen van een dier of plant die in de loop van tienduizenden jaren daadwerkelijk in gesteente zijn veranderd.
Ichthyosaurus – een groot zeezoogdier. Ichthyosaurus betekent ‘vishagedis’.
Plesiosaurus – een groot zeezoogdier. Plesiosaurus betekent ‘bijna-hagedis’.
Pterodactylus – een klein vliegend reptielzoogdier. Pterodactylus betekent ‘gevleugelde vinger’.
Dinosaurus – een reptiel dat miljoenen jaren geleden over de aarde zwierf. Dinosauriërs stierven 65 miljoen jaar geleden uit.
Paleontoloog – een wetenschapper die fossielen bestudeert.
Kalk – een gesteente dat is opgebouwd uit de harde resten van zeedieren.
Krijt – een zachte kalksteen die is opgebouwd uit de harde resten van zeedieren.
Jurrassic – de tijdsperiode van 205-140 miljoen jaar geleden. Het was een tijdvak waarin dinosaurussen leefden.