Alle kerstmuziek kan langs een spectrum worden geplot. Aan de ene kant hebben we “religieuze eerbied en christelijke dienst aan God”, en “winter-gerelateerde onzin” aan de andere kant. Als “Baby It’s Cold Outside” en “Jingle Bells” aan de kant van de “winter-gerelateerde onzin” staan, dan staat “O Holy Night” er zo ongeveer precies tegenover. Dit kerstlied is al decennia lang niet meer weg te denken uit kerken en vakantiefilms, en zijn bekendheid is welverdiend. Het lied is episch, als Lord of the Rings in kerstliedvorm, met grote, aanzwellende akkoorden die naar een vredig einde klimmen. Het is glorieus, maar toch sereen, met slechts een beetje duisternis erin gemengd.
“O Holy Night” is het product van omstandigheden in Zuid-Frankrijk. In het middeleeuwse stadje Requemaure wilde de pastoor van de plaatselijke kerk in 1843 de renovatie van het kerkorgel herdenken. Dit bracht hem bij dichter en wijnhandelaar Placide Cappeau, een man met weinig tot geen belangstelling voor religie. Cappeau ging op het verzoek in en schreef in een postkoets op weg naar Parijs het gedicht “Minuit, chrétiens,” of “Middernacht, christenen”. Helemaal los van het gedicht, maar Cappeau had één hand, omdat hij als kind zijn rechterhand verloor toen zijn vriend hem per ongeluk neerschoot. Maak indruk op uw vrienden en familie de volgende keer dat “O Holy Night” valt.
De priester stelde Cappeau voor zijn gedicht naar componist Adolphe Adam te brengen. Adam was een vriend van Cappeau (niet degene die hem neerschoot) en gebruikte het gedicht als basis voor een compositie.
Adam was een productief componist, die muziek schreef voor verschillende opera’s en balletten, waaronder Giselle, en kan worden geplaatst op de lange lijst van Joodse componisten die kerstmuziek hebben geschreven. Het resulterende kerstlied werd eenvoudig getiteld “Cantique de Noël” of “Christmas Carol,” en ging in 1847 in première, uitgevoerd door de plaatselijke operazangeres Emily Laurey.
Het kerstlied was meteen populair, maar nam een scherpe duikvlucht toen het nieuws over Cappeau bekend werd. Cappeau was een atheïst met een sterke minachting voor religieuze autoriteit. Verontwaardigd, verbood de kerkleiding het lied uit de Franse liturgie. Het Franse volk liet het lied niet los, en een tijd lang leefde het voort buiten de kerk. Uiteindelijk bereikte het lied de oren van John Sullivan Dwight, een Amerikaanse Unitarische minister, invloedrijk muziekcriticus, en part-time Santa imitator.
In 1855 besloot Dwight het liedje naar het Engels te vertalen, en de vertaling die daaruit voortkwam is wat we nu kennen als “O Holy Night”. Vanwege zijn meer religieuze filosofieën besloot Dwight enkele vrijheden te nemen met de teksten van Cappeau, en “O Holy Night” is in vergelijking daarmee veel minder ingetogen. Dwight veranderde Cappeau’s refrein “Mensen, kniel neer, wacht op uw verlossing. Kerstmis, kerstmis, hier is de Verlosser” in “O goddelijke nacht, de nacht waarin Christus werd geboren.” Dwight was een Transcendentalist, in wezen een reactionaire beweging tegen het Intellectualisme die stelt dat er een inherente goedheid is aan alles en iedereen. “O Holy Night” presenteert de nacht en de gebeurtenis zelf als heilig, een element dat in het origineel ontbreekt. Deze versie werd populair en overschaduwde het origineel, en met een paar aanpassingen hier en daar gedurende de laatste honderdzestig jaar, hebben we de moderne versie.
Er is nog een kleine rariteit met dit verhaal. Volgens de legende speelde “Cantique de Noël” een rol in de Frans-Pruisische oorlog. Tijdens een pauze in de strijd op 24 december 1870 begonnen Franse troepen het kerstlied vanuit hun loopgraaf te zingen, en het ontroerde de Duitse soldaten zo erg dat zij een van de hymnen van Maarten Luther begonnen te zingen. De geïmproviseerde strijd tussen de muziekkorpsen resulteerde in een 24-uurs wapenstilstand zodat de soldaten aan beide zijden Kerstmis konden vieren. Er is niet veel bewijs dat dit werkelijk is gebeurd, maar het kan hebben geleid tot de groei in populariteit van de melodie in heel Frankrijk in die tijd en de uiteindelijke herinvoering ervan in de Franse kerken.
Dat is dus “O Holy Night”, een liedje geschreven door een Jood, gebaseerd op een gedicht van een Franse atheïst, verworpen door de kerk, vertaald door een Amerikaanse transcendentalist, misschien gezongen op slagvelden met Duitse troepen, en zeer zeker elk jaar gezongen door meer en meer zangers die zich van dit alles niets aantrekken.