60 is ook aantoonbaar het hoogste getal dat je eenduidig met twee handen kunt tellen. 14 knokkels op een hand (nul maakt 15), en je vrije hand kan er 4 tellen, zodat je één vinger overhoudt om naar de knokkel op je andere hand te wijzen. Binair hangt af van welke kant je begint, waardoor het moeilijk is om het getal aan iemand anders te laten zien. Het is ook een onpraktisch niveau van wiskunde voor typische teltoepassingen.
Om duidelijk te zijn, moderne seconden zijn een uitvinding van de 16e eeuw (of zo) toen we aan de slag gingen met het maken van betrouwbare klokken die zulke kleine tijdseenheden konden bijhouden. Babyloniërs en anderen hadden onaangenaam specifieke tijdsindelingen (Babylonische eenheden waren ongeveer 2 microseconden), maar die werden alleen gezien als delen van een dag, niet als een aparte tijdseenheid. Vóór veer- en slingeruurwerken werd de tijd vaak bijgehouden met behulp van zonnewijzers in de een of andere vorm, zodat een uur 1/12 was van de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang, en de lengte van een dag verandert elke dag. De verschuiving van de schijnbare tijd (zoals bepaald door de zon) naar de middelbare tijd (zoals bepaald door een slinger of zoiets) is het moment waarop we ons om seconden begonnen te bekommeren.
De seconden waren 1/60 van een minuut omdat een minuut 1/60 van een uur was. Een tijd lang hadden we 60 tertsen in een seconde, en een paar plaatsen doen dat nog steeds. De obsessie met basis-10 eenheden begon pas tijdens de Franse Revolutie. Basis-12 was erg populair vanwege het delingsgemak.