Solitair spel, ook bekend als zelfstandig spel, is een van de vroegste stadia van spel waarbij kinderen alleen spelen omdat zij zich sociaal nog niet hebben ontwikkeld om met anderen te kunnen spelen of omdat zij kiezen voor tijd voor zichzelf.
In 1932 ontwikkelde de sociologe Mildred Parten, aan de University of Minnesota’s Institute of Child Development, een systeem voor het classificeren van deelname aan spel door kinderen dat algemeen is aanvaard. Haar zes stadia waren onbezet spel, eenzaam spel, toeschouwer spel, parallel spel, associatief spel, en coöperatief spel. Haar theorie was dat naarmate kinderen ouder werden met betere communicatievaardigheden en meer mogelijkheden voor interactie met andere kinderen, hun eenzame spel socialer zou worden.1
Kinderen leren spelenderwijs over hun wereld en hoe ze met anderen moeten omgaan. Aanvankelijk brengen baby’s veel tijd door met solitair spel, waarbij ze alle aspecten van hun omgeving verkennen. Ze manipuleren voorwerpen en doen aan symbolisch spel en raken vertrouwd met voorwerpen, handelingen en ideeën. Als ze peuters worden, stelt hun mobiliteit hen open voor meer sociale blootstelling.2
Leren alleen te spelen geeft kinderen de tijd om na te denken en te onderzoeken hoe hun wereld in elkaar zit. Het geeft hen de vrijheid om hun verbeelding te gebruiken. Ze kunnen hun eigen spelregels maken en zich volledig storten op een activiteit die hen interesseert.3 Alleen spelen bevordert het gevoel van initiatief, of ze nu kiezen om te spelen met bouwblokken, poppen, dierenfiguren of ander speelgoed. Eenzaam spelen helpt bij de ontwikkeling van hun creativiteit en concentratie-, doorzettings- en afwerkingsvermogen.4
Samen met anderen spelen ontwikkelt zich rond de leeftijd van drie of vier jaar; maar eenzaam spelen verdwijnt niet. Ook al hebben kinderen zich sociaal ontwikkeld om goed met andere kinderen te kunnen spelen, toch zijn er momenten dat ze alleen willen spelen. Voor oudere kinderen is eenzaam spel vaak leerzaam, vooral wanneer ze voorwerpen manipuleren in constructief spel, wat helpt bij de ontwikkeling van hun abstracte denken.
Kinderspel op speelplaatsen biedt veel mogelijkheden voor eenzaam spel. Schommelen, klimmen en glijden zijn vaak solitaire activiteiten, ook al moeten ze soms samenwerken met anderen om beurten te krijgen, terwijl ze niet echt met elkaar spelen. Actief solitair spel kan bijdragen aan de vele voordelen van lichamelijk actief zijn en aan de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, coördinatie en zelfvertrouwen.
Sommigen willen wel graag met anderen spelen, maar voelen zich onzeker in de buurt van kinderen die ze niet kennen. Dit wordt soms terughoudend spel genoemd vanwege de tegenzin van het kind om mee te doen. Deze terughoudendheid kan verschillende oorzaken hebben. Het kan worden beschouwd als een teken van angst als gevolg van pesten. Ze kunnen verlegenheid ervaren, vooral in nieuwe situaties. Kinderen kunnen ook slechte sociale vaardigheden hebben door taalproblemen of een beperkt begrip van anderen, zoals die voorkomen bij autisme en andere ontwikkelingsstoornissen.5
- 1. Tomlin, Carolyn R. “Play: A Historical Review.” EarlychildhoodNEWS. < http://www.earlychildhoodnews.com/earlychildhood/article_view.aspx?ArticleID=618 > 9 juni 2016.
- 2. “Parallel Play in an 18 Months Old.” World Of Moms. < http://www.worldofmoms.com/articles/parallel-play-in-an-18-months-old/3672/2 > 9 juni 2016.
- 3. “Alleen spelen.” National Toy Council. British Toys & Hobby Association. < http://www.btha.co.uk/wp-content/uploads/2012/10/Playing-alone.pdf > 17 okt. 2016.
- 4. Olsen-Harbich, Nancy. “Alleen spelen kan creativiteit, initiatief en achting bevorderen.” Cornell University. < https://blogs.cornell.edu/ccesuffolkfhw/2015/03/28/playing-alone-can-promote-creativity-initiative-and-esteem/ > 17 okt. 2016.
- 5. Op. cit., “Alleen spelen.”