Bètacaroteen is de belangrijkste veilige voedingsbron van vitamine A, die essentieel is voor een normale groei en ontwikkeling, de werking van het immuunsysteem, een gezonde huid en epithelia en het gezichtsvermogen (1).
Bètacaroteen heeft antioxiderende eigenschappen die kunnen helpen bij het neutraliseren van vrije radicalen – reactieve zuurstofmoleculen die mogelijk schade toebrengen aan lipiden in celmembranen, eiwitten en DNA. Al deze veranderingen en een hoge oxidatieve stress kunnen leiden tot de ontwikkeling van hart- en vaatziekten, chronische ontstekingen en kanker (2).
Op dit moment is het onduidelijk of sommige gunstige effecten van bèta-caroteen en andere carotenoïden bij mensen het gevolg zijn van hun antioxidantwerking of van andere niet-antioxidantmechanismen. Sinds vele jaren zijn de resultaten van menselijke studies tegenstrijdig. Tientallen epidemiologische studies correleren de inname van carotenoïden, vooral bèta-caroteen, alfacaroteen, lycopeen en bèta-cryptoxanthine met een lagere incidentie van kanker, cardiovasculaire aandoeningen, chronische ontstekingen en andere chronische ziekten. De gegevens van sommige menselijke interventiestudies met carotenoïden lijken neutraal of wijzen zelfs op een hoger ziekterisico.
In vitro studies wijzen uit dat carotenoïden onder bepaalde omstandigheden ook de oxidatie van vetten kunnen remmen. Zij kunnen een anti-atherosclerotisch potentieel hebben, maar hun effecten bij de mens lijken complexer te zijn (3).
Bèta-caroteen en andere carotenoïden kunnen de communicatie tussen naburige cellen vergemakkelijken door de synthese te stimuleren van eiwitten die poriën vormen in celmembranen, waardoor communicatie mogelijk wordt door de uitwisseling van kleine moleculen (4). Dit effect lijkt niet gerelateerd te zijn aan de vitamine A of antioxidant activiteiten van verschillende carotenoïden (5).
Uit dierproeven en uit associatiestudies werd duidelijk dat carotenoïden een positief effect zouden moeten hebben op vetweefsel, levervet en andere metabole parameters. Onlangs publiceerden A. Canas et al. gegevens die het gunstige effect van gemengde carotenoïden op adipositas bij kinderen aantonen (70). De meeste metabole parameters, waaronder BMI, visceraal vetweefsel en subcutane vetweefselmassa namen af en correleerden met stijgende bètacaroteenplasmaniveaus.
Uit sommige klinische studies is gebleken dat bètacaroteen-suppletie verschillende parameters van de immuunfunctie verbetert, zoals de toename van het aantal witte bloedcellen en de activiteit van natuurlijke killercellen (6, 7, 8). Aangezien vitamine A echter essentieel is voor een normale werking van het immuunsysteem, is het moeilijk te bepalen of de effecten van bèta-caroteen verband houden met hun vitamine A-activiteit of met andere activiteiten van carotenoïden.
Er worden nieuwe gegevens op het gebied van carotenoïden gepresenteerd voor de cognitieve gezondheid. Een rapport van de Physicians’ Health study II stelde dat een langdurige suppletie met bètacaroteen het verbale geheugen en de cognitieve functie in het algemeen verbeterde (71). Andere studies konden niet hetzelfde effect aantonen, waarschijnlijk omdat een behandelingsperiode van 18 jaar nooit meer herhaald kan worden in een onderzoek bij mensen, zoals in de Physicians’ Health Study I en II.
Voor een andere carotenoïde, luteïne, staat het effect op de cognitieve gezondheid, vooral op de neurale verwerkingssnelheid, een beter geheugen en aandacht vast (74,75).
Geschreven door Dr. Peter Engel in 2010, beoordeeld en herzien door Dr. Adrian Wyss op 08.10.17.