Vraag: “Wie waren de Rephaim?”
Antwoord: Er zijn verschillende passages in het Oude Testament die spreken over de Rephaim (of Rephaites), en de context beschrijft hen als reuzen. De naam van dit volk betekent letterlijk “verschrikkelijke.”
Het Hebreeuwse woord Rephaim heeft twee verschillende betekenissen: ten eerste verwijst het in de poëtische literatuur naar overleden geesten die in Sheol woonden. Het is een figuurlijke beschrijving van de doden, vergelijkbaar met ons begrip van een geest. De tweede betekenis van Rephaim is “een machtig volk met grote gestalte dat in Kanaän woonde”. Het woord lijkt niet etno-centrisch te zijn zoals “Jood” of “Egyptenaar”, maar is meer een beschrijvende term. Deze tweede betekenis zal de focus van dit artikel zijn.
De eerste verwijzing naar de Rephaim is Genesis 14:5, wanneer de Rephaim, Zuzim en Emim mensen werden verslagen in een strijd met Kedorlaomer en zijn bondgenoten. Toen de Israëlieten na de uittocht uit Egypte voor het eerst het Beloofde Land naderden, waren zij bang om het land binnen te trekken omdat het gevuld was met “reuzen” (het woord dat in Numeri 13:33 wordt gebruikt is Nephilim), de zonen van Anak. Reuzen waren wijd verspreid over Kanaän, maar stonden bekend onder verschillende lokale namen, waaronder Rephaim, Zuzim, Emim, en Anakim. Deuteronomium 2:20-21 zegt dat de Rephaim sterk en groot waren, zoals de Anakieten. Og, koning van Bashan, werd beschreven als de laatste van de Rephaim in zijn land (Deuteronomium 3:11), en zijn bed was dertien voet lang en zes voet breed.
Is het mogelijk dat de Rephaim letterlijke reuzen waren? De Septuagint gebruikt de Griekse woorden gigas en titanes (de bron van het Engelse titan) om deze en andere verzen te vertalen, dus de oude Joden beschouwden hen zeker als reuzen. Over het algemeen worden zij beschreven als tussen de 7 en 10 voet lang en worden zij “machtige mannen” genoemd. De Egyptenaren schreven over reuzen die in het land Kanaän leefden, en de folklore van andere volken staat vol van dergelijke verwijzingen. De mensen van de oude wereld accepteerden de aanwezigheid van reuzen als een feit van de geschiedenis, en de Bijbel presenteert hen als vijanden die werden vernietigd door het oordeel van God of in de strijd met mensen.
Dus waar kwamen deze reuzen vandaan? Eén theorie, gebaseerd op Genesis 6:1-4, is dat gevallen engelen (de zonen van God) seksuele relaties hadden met vrouwen, wat resulteerde in de geboorte van reuzen. Dit lijkt opmerkelijk veel op de Griekse en Romeinse mythen over halfgoden, maar de theorie heeft enkele theologische en biologische hindernissen. Een andere theorie, ook gebaseerd op Genesis 6, is dat de gevallen engelen, die kennis hadden van de menselijke genetica, bepaalde mannen en vrouwen bezielden die de juiste eigenschappen zouden hebben om een ras van reuzen voort te brengen, en hen ertoe brachten met elkaar samen te leven. Een derde theorie is dat de reuzen gewoon het resultaat waren van normale genetische variabiliteit binnen een samenleving. Wat ook de oorsprong van de Rephaim is, het is zeker dat er ooit een ras van “reuzen” – sterke, lange mensen – heeft bestaan, en dat vele culturen met hen te maken hebben gehad. Ook nu nog zijn er mensen die extreem groot worden, hetzij door genetische afwijkingen zoals gigantisme, hetzij door normale erfelijkheid.