Gezamenlijkheid en volwassenheid in het lichaam van Christus
4 Als gevangene(A) voor de Heer verzoek ik u dringend een leven te leiden dat waardig(B) is aan de roeping(C) die u hebt ontvangen. 2 Wees volkomen nederig en zachtmoedig; wees geduldig en verdraag elkaar in(D) liefde.(E) 3 Stel alles in het werk om de eenheid(F) van de Geest te bewaren door de band van vrede.(G) 4 Er is één lichaam(H) en één Geest,(I) zoals u geroepen bent tot één hoop toen u geroepen werd(J); 5 één Heer,(K) één geloof, één doop; 6 één God en Vader van allen,(L) die over allen en door allen en in allen is.(M)
7 Maar aan ieder van ons(N) is genade(O) gegeven(P) zoals Christus die heeft verdeeld. 8 Daarom staat er:
“Toen hij opsteeg in de hoogte(Q)
nam hij vele gevangenen(Q) en gaf hij geschenken aan zijn volk.”(R)
9 (Wat betekent “hij steeg op” behalve dat hij ook afdaalde naar de lagere, aardse gewesten? 10 Hij die is neergedaald, is dezelfde die is opgestegen(S), hoger dan alle hemelen, om het gehele heelal te vullen.)(T) 11 Zo heeft Christus zelf gegeven(U) de apostelen,(V) de profeten,(W) de evangelisten,(X) de herders en leraars,(Y) 12 om zijn volk toe te rusten tot dienstbetoon, opdat het lichaam van Christus(Z) zal worden opgebouwd(AA) 13 totdat wij allen eenheid(AB) zullen bereiken in het geloof en in de kennis van de Zoon van God(AC) en volwassen zullen worden,(AD) de gehele maat van de volheid van Christus bereikend.(AE)
14 Dan zullen wij geen zuigelingen meer zijn,(AF) heen en weer geslingerd door de golven,(AG) en heen en weer geblazen door elke wind van leer en door de listigheid en sluwheid van mensen in hun bedrieglijke gekonkel.(AH) 15 In plaats daarvan zullen wij, terwijl wij de waarheid in liefde spreken,(AI) groeien om in alle opzichten het volwassen lichaam te worden van hem die het hoofd is,(AJ) dat wil zeggen Christus. 16 Uit Hem groeit(AK) en bouwt(AL) het gehele lichaam, verbonden en bijeengehouden door alle dragende banden, zich op in liefde,(AM) terwijl elk deel zijn werk doet.
Instructies voor christelijk leven
17 Dit zeg ik u dus, en ik dring erop aan in de Heer, dat u niet langer(AN) moet leven zoals de heidenen doen, in de zinloosheid van hun denken.(AO) 18 Zij zijn verduisterd in hun verstand(AP) en gescheiden van het leven van God(AQ) vanwege de onwetendheid die in hen is vanwege de verharding van hun hart.(AR) 19 Omdat zij alle gevoeligheid verloren hebben,(AS) hebben zij zich overgegeven(AT) aan zinnelijkheid(AU) om zich over te geven aan elke vorm van onreinheid, en zij zijn vol hebzucht.
20 Dat is echter niet de manier van leven die u geleerd hebt 21 toen u over Christus hoorde en in Hem onderwezen werd in overeenstemming met de waarheid die in Jezus is. 22 U hebt geleerd, wat uw vroegere levenswijze betreft, uw oude ik af te leggen(AV),(AW) die door zijn bedrieglijke begeerten wordt verdorven;(AX) 23 u nieuw te maken in de instelling van uw denken;(AY) 24 en de nieuwe ik aan te trekken(AZ),(BA) die geschapen is om als God te zijn in ware rechtvaardigheid en heiligheid.(BB)
25 Daarom moet ieder van u de leugen afleggen en waarachtig(BC) spreken met uw naaste, want wij zijn allen leden van één lichaam.(BD) 26 “Zondig niet in uw boosheid.(BE) Laat de zon niet ondergaan als u nog boos bent, 27 en geef de duivel geen voet aan de grond.(BF) 28 Wie gestolen heeft, mag niet meer stelen, maar moet werken,(BG) iets nuttigs doen met zijn eigen handen,(BH) opdat hij iets heeft om te delen met wie in nood is.(BI)
29 Laat geen ongezonde praat uit uw mond komen,(BJ) maar alleen wat nuttig is om anderen op te bouwen(BK) naar hun behoeften, opdat het ten goede komt aan hen die luisteren. 30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet,(BL) met wie u verzegeld bent(BM) voor de dag van de verlossing.(BN) 31 Ontdoet u van(BO) alle bitterheid, woede en boosheid, twist en laster, en van elke vorm van kwaadwilligheid.(BP) 32 Zijt vriendelijk en barmhartig jegens elkander,(BQ) elkander vergevend, zoals ook God u in Christus vergeven heeft.(BR)