Fahrenheit 451 Important Quotes with Page NumbersbyRay Bradbury

author
4 minutes, 6 seconds Read

Deze belangrijke citaten uit de roman onthullen thema’s, karakterontwikkeling of symbolen gebruikt door Bradbury.

Paginanummers hier en in deze studiegids verwijzen naar de Simon & Schuster Paperbacks editie.

Hoofdstuk 1, “The Hearth and the Salamander”

Pagina 11:

“The jet bombers going over, going over, going over, one two, one two, six of them, nine of them, twelve of them, one and one and one and another and another, did all the screaming for him”

Dit gebeurt terwijl Montag de noodlijn probeert te bellen om Mildred te redden. Het gebruik van tellen zet niet alleen een cadans neer als die van marcherende soldaten, maar toont ook de opbouw van krachten die alleen maar tot oorlog kan leiden (als druppels of regen die uiteindelijk overvloeien).

Pagina 27:

” ‘Het zijn een heleboel trechters en een heleboel water dat door de tuit naar beneden en uit de bodem wordt gegoten, en zij die ons vertellen dat het wijn is terwijl dat niet zo is'”
– Clarisse

Clarisse die aan Montag uitlegt hoe zij over school en het leerproces denkt.

Pagina 35:

” ‘Je kent de wet,’ zei Beatty. ‘Waar is je gezond verstand? Geen van die boeken is het met elkaar eens. Je zit hier al jaren opgesloten met een regelrechte vervloekte Toren van Babel'”
– Kapitein Beatty

Beatty spreekt met de eigenaresse van een verborgen bibliotheek die zichzelf samen met haar boeken in brand steekt. Deze passage benadrukt het argument waarom boeken illegaal zouden moeten zijn. De vermelding van de Toren van Babel geeft aan dat er waarschijnlijk nog andere, wellicht subtielere, bijbelse toespelingen zijn.

Pagina 49:

” ‘En ik dacht na over boeken. En voor het eerst realiseerde ik me dat achter elk van de boeken een man zat.”
– Montag

Montag die zijn openbaring aan zijn vrouw uitlegt. Deze passage laat zien hoe sterk boeken verbonden zijn met echte mensen, dat ze meer zijn dan woorden en papier. Dit idee wordt verder ontwikkeld met de introductie van de bannelingen die elk een boek uit het hoofd hebben geleerd.

Pagina 59:

” ‘Wij staan tegen het kleine getij van hen die iedereen ongelukkig willen maken met tegenstrijdige theorie en gedachten'”
– Kapitein Beatty

Beatty die Montag het belang van de brandweermannen uitlegt.

Hoofdstuk 2, “De zeef en het zand”

Pagina 67:

” “”We kunnen het precieze moment waarop vriendschap ontstaat niet zeggen. Zoals bij het druppelsgewijs vullen van een vat er uiteindelijk een druppel is die het doet overlopen; zo is er in een reeks van vriendelijkheden ten minste één die het hart doet overlopen” “”

Dit is eigenlijk een populair citaat van James Boswell dat wordt voorgelezen uit een boek van Montag. Bradbury gebruikt dit concept herhaaldelijk in verschillende vormen door de roman heen.

Pagina 69:

” ‘Boeken zijn geen mensen. Jij leest en ik kijk om me heen, maar er is niemand!’ “
– Mildred

Mildred uit haar frustratie tegenover Montag terwijl ze samen lezen. Dit idee staat lijnrecht tegenover een thema van het werk, namelijk dat boeken mensen zijn (zoals blijkt uit het bestaan van de bannelingen van Granger).

Pagina 70:

” ‘Is het waar, de wereld werkt hard en wij spelen? Worden we daarom zo gehaat? “
– Montag

Montag betoogt tegenover Mildred de behoefte aan boeken. Dit citaat verklaart ook de voortdurende oorlogsvoering in de roman.

Pagina 71:

” ‘Ik praat niet over dingen, meneer,’ zei Faber. Ik praat over de betekenis van dingen. Ik zit hier en weet dat ik leef.” “
– Professor Faber

Faber in gesprek met Montag. Deze passage verwoordt een tegengestelde mening van Beatty en een thema van de roman. Het ondersteunt waarschijnlijk een eerdere mogelijke toespeling op Plato’s “Allegorie van de grot”.

Pagina 85:

” ‘Een paar bommen en de “families” in de muren van alle huizen, als harlekijnratten, zullen zwijgen! In de stilte zou ons toneelgefluister kunnen dragen'”
– Professor Faber

Faber in gesprek met Montag. Deze passage helpt de optimistische toon van het einde te zetten.

Pagina 89:

” ‘Ze zeggen dat je kennis zelfs vasthoudt als je slaapt, als iemand in je oor fluistert’ “
– Professor Faber

Faber tegen Montag. Deze zin benadrukt hoe Montag tegen het einde van de roman een heel Bijbelboek (Prediker) zal kunnen onthouden.

Pagina 104:

” ‘Maar bedenk dat de kapitein behoort tot de gevaarlijkste vijand voor waarheid en vrijheid, het solide onbewegelijke vee van de meerderheid. Oh, God, de verschrikkelijke tirannie van de meerderheid'”
– Professor Faber

Faber spreekt met Montag over Beatty. Deze passage beschrijft een van de thema’s van de roman: toegeven aan de meerderheid leidt tot een vermindering van de kwaliteit van de beschikbare informatie.

Hoofdstuk 3, “Burning Bright”

Pagina 157:

“En op een dag zullen we ons zoveel herinneren dat we de grootste verdomde stoomschop in de geschiedenis zullen bouwen en het grootste graf aller tijden zullen graven en er oorlog in zullen duwen en het zullen bedekken. Kom op nou, we gaan eerst een spiegelfabriek bouwen en het komende jaar niets anders dan spiegels uitstallen en er lang in kijken.”
– Granger

Granger aan het eind van de roman aan het woord, waarmee hij het belang van introspectie onderstreept.

Delen op Facebook
Delen op Pinterest

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.