Secondary Adrenocortical Insufficiency

author
1 minute, 51 seconds Read

Topic Overview

Secondary adrenocortical insufficiency is een aandoening waarbij een gebrek aan adrenocorticotroop hormoon (ACTH) verhindert dat het lichaam voldoende cortisol produceert.

De productie van cortisol wordt geregeld door de werking van ACTH. ACTH wordt geproduceerd door de hypofyse. Deze klier wordt bestuurd door de hypothalamus in de hersenen. Als ofwel de hypothalamus ofwel de hypofyse beschadigd is, wordt er minder ACTH geproduceerd. Dit kan leiden tot problemen met de bijnieren en een verminderde cortisolproductie.

Dit kan worden veroorzaakt door:

  • Een tumor van de hypofyse of hypothalamus.
  • Eerdere bestraling van de hypothalamus of hypofyse.
  • Eerdere operatie aan de hypofyse.
  • Rare aandoeningen zoals hemochromatose, sarcoïdose, of het syndroom van Sheehan (hypopituitarisme). Het syndroom van Sheehan wordt soms veroorzaakt door ernstig bloedverlies na de bevalling.

De symptomen van secundaire adrenocorticale insufficiëntie zijn vergelijkbaar met die van de ziekte van Addison. (Maar donker worden van de huid en hoge kaliumwaarden in het bloed zijn niet aanwezig zoals bij de ziekte van Addison.)

Bij secundaire adrenocorticale insufficiëntie is alleen cortisol laag. De bijnieren kunnen nog steeds normale hoeveelheden aldosteron aanmaken. Symptomen zijn onder meer:

  • vermoeidheid en spierzwakte. Deze kunnen na verloop van tijd verergeren.
  • Gewichtsverlies. Een sterk gewichtsverlies is een opvallend symptoom.
  • Verlies van eetlust.

Diagnose begint met een medische voorgeschiedenis en lichamelijk onderzoek. Als uw arts bijnierinsufficiëntie vermoedt, zal hij of zij uw bloed cortisol en ACTH niveaus controleren. U kunt beeldvormend onderzoek van de bijnieren, de hypofyse of de hypothalamus ondergaan.

Als uw arts secundaire bijnierinsufficiëntie vermoedt, kunt u op 2 dagen achter elkaar infusies met ACTH krijgen. In de meeste gevallen zullen uw bijnieren cortisol aanmaken tegen het einde van de tweede behandeling. Dit geldt zelfs als u problemen heeft met de hypofyse of de hypothalamus. Indien mogelijk zal uw arts de aandoening behandelen die secundaire adrenocorticale insufficiëntie veroorzaakt. Uw arts kan tijdens het onderzoek met de behandeling beginnen als hij of zij denkt dat bijnierinsufficiëntie waarschijnlijk is. Als blijkt dat u geen behandeling nodig hebt, kunt u stoppen met de behandeling nadat de tests zijn voltooid.

CT-scan of MRI kan worden gebruikt om te zien of er tekenen zijn van schade aan de hersenen of de hypofyse (zoals een tumor) die bijnierinsufficiëntie veroorzaakt.

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.