Waarom worden er meer jongens dan meisjes geboren?

author
2 minutes, 39 seconds Read

Wereldwijd worden er 107 jongensbaby’s geboren voor elke 100 meisjesbaby’s. Deze scheve verhouding is deels te wijten aan sekseselectieve abortus en “gendercide”, het doden van vrouwelijke baby’s, in landen als China en India waar mannen meer gewild zijn. Maar zelfs als we deze factoren buiten beschouwing laten, schommelt de volledig natuurlijke man-vrouwverhouding nog steeds rond 105:100, wat betekent dat vrouwen van nature meer kans hebben om jongens ter wereld te brengen. Waarom?

Er zijn verschillende factoren die beïnvloeden of een zaadcel met een Y-geslachtschromosoom of een met een X-chromosoom als eerste een eicel bevrucht, zoals de leeftijd van de ouders, hun blootstelling aan het milieu, stress, het stadium in de ovulatiecyclus van de moeder en zelfs of zij eerder kinderen heeft gekregen; al deze krachten samen bepalen de gemiddelde sekseverhouding bij bevruchting op 105:100. Maar wat is het nut van deze ingebouwde bias?

Veel demografen hebben gespeculeerd dat het onevenwicht tussen de geslachten bij de geboorte een manier van de evolutie kan zijn om de zaken in het algemeen gelijk te trekken. Mannelijke baby’s hebben vaker last van gezondheidsproblemen dan vrouwelijke. Dit nadeel geldt ook voor de volwassenheid, want volwassen mannen doden elkaar vaker, nemen meer risico’s en hebben gemiddeld meer gezondheidsproblemen dan vrouwen, waardoor ze jonger sterven. De sekseverhoudingen zijn dus niet precies in evenwicht, maar het komt wel in de buurt: Onder de totale menselijke bevolking, is de verhouding tussen mannen en vrouwen 101:100.

Waarom is de verhouding niet perfect gelijk? Wel, in de Verenigde Staten, heel Europa, Australië en vele andere ontwikkelde landen wel (in feite hebben deze landen iets meer volwassen vrouwen dan mannen). De kleine afwijking ten gunste van mannen die overblijft in de geslachtsverhouding van de totale wereldbevolking is waarschijnlijk het gevolg van sociale factoren waarnaar eerder werd verwezen: abortus van vrouwelijke foetussen en geslachtsdoding in Zuidoost-Azië en een groot deel van het Midden-Oosten, waar in het algemeen een sterke culturele voorkeur voor mannen bestaat.

Zelfs intrigerend als het lichte onevenwicht tussen mannen en vrouwen bij de geboorte van onze soort is de vraag waarom er een evenwicht zou moeten zijn, of bijna-evenwicht, in de eerste plaats. Mannen produceren een onvoorstelbare hoeveelheid sperma, terwijl vrouwen een eindige hoeveelheid eicellen hebben. Waarom zou de mensheid het, wat de evolutie betreft, niet met minder mannen en meer vrouwen kunnen stellen?

Het algemeen aanvaarde antwoord op deze vraag werd voor het eerst geformuleerd door Sir Ronald Fisher, een vermaard evolutiebioloog die in de eerste helft van de 20e eeuw werkzaam was. Volgens het principe van Fisher zullen de verschillen in de verhouding tussen de geslachten mettertijd kleiner worden wegens het voortplantingsvoordeel dat de leden van het minderheidsgeslacht automatisch genieten. Stel bijvoorbeeld dat mannen veel minder vaak geboren worden dan vrouwen. In dat geval zouden pasgeboren mannetjes natuurlijk betere paringskansen hebben dan pasgeboren vrouwtjes, en zouden zij meer nakomelingen kunnen krijgen. Ouders die genetisch geschikt zijn om mannetjes voort te brengen zullen dus meer kleinkinderen krijgen, en zo zullen hun genen die mannetjes voortbrengen zich verspreiden, en zullen mannelijke geboorten meer gaan voorkomen. Geleidelijk aan zal de bevolking een genderevenwicht benaderen.

Volg Natalie Wolchover op Twitter @nattyover. Volg Life’s Little Mysteries op Twitter @llmysteries, en volg ons op Facebook.

Recent nieuws

{{artikelnaam }}

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.