Werkloosheidsgraad, het percentage werklozen in een economie onder de personen die momenteel tot de beroepsbevolking behoren. Het wordt berekend als Unemployed Individuals/Total Labour Force × 100 waarbij werklozen degenen zijn die momenteel niet werken maar actief op zoek zijn naar werk.
Het werkloosheidscijfer wordt op nationaal niveau en op het niveau van de deelstaten of regio’s vastgesteld door middel van enquêtes naar de beroepsbevolking, die door het nationale bureau voor de statistiek van elk land worden gehouden. Organisaties zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank berekenen en registreren ook voortdurend de nationale werkloosheidscijfers van een groot aantal landen in de wereld.
Het werkloosheidscijfer is een van de belangrijkste economische indicatoren die worden gebruikt om de gezondheid van een economie te meten. Het heeft de neiging te fluctueren met de conjunctuurcyclus, waarbij het stijgt tijdens recessies en daalt tijdens expansies. Het is een van de indicatoren die het meest in de gaten worden gehouden door beleidsmakers, investeerders en het grote publiek.
Beleidsmakers en centrale banken houden rekening met de mate waarin de werkloosheid is gestegen tijdens een bepaalde recessie om het effect van de recessie op de economie te meten en om te beslissen hoe het fiscale en monetaire beleid moet worden afgestemd om de nadelige effecten te verzachten. Daarnaast proberen centrale banken zorgvuldig de toekomstige trend van het werkloosheidscijfer te voorspellen om langetermijnstrategieën te bedenken om het te verlagen.
Investeerders en het grote publiek gebruiken het werkloosheidscijfer om inzicht te krijgen in de staat van de economie van een land en als maatstaf voor hoe goed de regering het land bestuurt. Een hoge werkloosheid betekent dat de economie niet in staat is voldoende banen te genereren voor mensen die werk zoeken. Hoge werkloosheid leidt niet alleen tot diepere sociale problemen en langdurig lijden voor gezinnen, maar maakt het land ook minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders, waardoor er minder investeringsmiddelen naar het land vloeien.