Catheter ablation
Een techniek die aan de UCSF werd ontwikkeld, radiofrequente katheterablatie vernietigt of verstoort delen van de elektrische paden die de ritmestoornissen veroorzaken, en biedt zo verlichting aan patiënten die mogelijk niet goed op medicijnen hebben gereageerd, of die liever geen medicijnen willen of kunnen gebruiken.
Bij katheterablatie wordt een piepkleine draadkatheter met een metalen uiteinde via een ader of slagader in het been naar het hart geleid. Fluoroscopie, waarbij cardiologen op een monitor kunnen zien hoe de katheter door het bloedvat beweegt, biedt een routekaart. Andere katheters, die meestal via de hals worden ingebracht, bevatten elektrische sensoren om het gebied te vinden dat de kortsluitingen veroorzaakt. De katheter met het metalen uiteinde wordt dan naar elke probleemplaats gemanoeuvreerd en radiofrequente golven – dezelfde energie die voor radio- en televisietransmissie wordt gebruikt – branden zachtjes elke ongewenste weefselstreng weg. Toen katheterablatie voor het eerst werd geprobeerd, werden gelijkstroomschokken gebruikt, maar onderzoekers ontwikkelden later het gebruik van radiofrequente golven – een preciezere vorm van energie. Met radiofrequente katheterablatie verlaten patiënten het ziekenhuis meestal in één dag, vergeleken met een openhartoperatie, waarvoor een verblijf van een week en maanden van herstel nodig zijn.
Voor aandoeningen zoals het Wolff-Parkinson-White-syndroom, waarbij een haardunne streng weefsel een extra elektrische route tussen de bovenste en onderste kamers van het hart creëert, biedt radiofrequente ablatie een remedie. Het is de voorkeursbehandeling geworden voor patiënten met die aandoening die niet goed reageren op medicamenteuze behandeling of die de neiging hebben tot een snelle hartslag.
Zelfs bij hartritmestoornissen die met medicijnen onder controle kunnen worden gehouden, is aangetoond dat de procedure kosteneffectief is, omdat medicatiefouten die ziekenhuisopname noodzakelijk maken, worden voorkomen. Het is ook een aantrekkelijke optie voor oudere patiënten die gevoelig zijn voor bijwerkingen van medicamenteuze behandeling en voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen medicijnen kunnen gebruiken vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s voor de foetus.
Terwijl studies hebben aangetoond dat katheterablatie kosteneffectiever is dan medicamenteuze behandeling of chirurgie, ervaren patiënten die de procedure ondergaan ook een opmerkelijke verbetering in de kwaliteit van leven. Uit een recent onderzoek onder bijna 400 ablatiepatiënten met een gevaarlijk snelle hartslag – van wie bijna een derde als kandidaat voor een openhartoperatie werd beschouwd – bleek dat een maand na de ingreep 98 procent geen medicatie nodig had en 95 procent meldde dat hun algehele gezondheid aanmerkelijk was verbeterd. De UCSF-studie vond ook verbetering in het vermogen van de patiënten om te werken, te sporten en fysieke activiteiten op zich te nemen.