Haloperidol is wereldwijd een van de meest gebruikte antipsychotica. Het is een antipsychoticum van de eerste generatie. Haloperidol is zeer effectief bij de behandeling van de ‘positieve symptomen’ van schizofrenie, zoals stemmen horen, dingen zien en vreemde overtuigingen hebben. Haloperidol heeft echter ook ernstige bijwerkingen, zoals onvrijwillig trillen, wazig zien, een droge mond hebben en vreemde houdingen veroorzaken. Psychiaters en mensen met schizofrenie staan vaak voor een afweging tussen bescherming tegen psychische aandoeningen en het omgaan met deze ernstige bijwerkingen.
Vorige kleine studies en onsystematische reviews hebben geen verschil gevonden tussen de verschillende eerste-generatie antipsychotica. Dit heeft geleid tot de aanname dat deze middelen vergelijkbaar zijn in effectiviteit (ondanks observaties van psychiaters en gezondheidswerkers dat deze middelen soms wel verschillen in effectiviteit en bijwerkingen). Vanwege de hoge voorschrijfcijfers is onderzoek naar haloperidol van groot belang.
In 2012 is gezocht naar gerandomiseerde trials. Deze review omvat 63 trials met 3675 deelnemers. Haloperidol werd vergeleken met een groot aantal andere antipsychotica van de eerste generatie (waaronder bromperidol, loxapine en trifluoperazine) om de effectiviteit, aanvaardbaarheid en verdraagbaarheid te beoordelen. De bevindingen van de review ondersteunen het bewijs van eerdere kleine, narratieve studies en niet-systematische reviews. Er was geen verschil tussen haloperidol en andere hoofdzakelijk hoogpotente antipsychotica van de eerste generatie. Bovendien werd haloperidol gekenmerkt door een vergelijkbaar risicoprofiel en bijwerkingen als andere antipsychotica van de eerste generatie. Mensen die haloperidol kregen, hadden op middellange termijn minder kans op akathisia. Het optreden van andere specifieke bijwerkingen zoals tremor, dystonie, dyskinesie en rigor was vergelijkbaar tussen de behandelingsgroepen. Psychiaters en mensen met schizofrenie moeten weten dat haloperidol en andere antipsychotica van de eerste generatie vergelijkbaar zijn in hun effectiviteit en risico op bijwerkingen. Deze middelen zouden ook vergelijkbaar moeten zijn in hun aanvaardbaarheid voor mensen met schizofrenie.
De resultaten waren echter beperkt vanwege de lage kwaliteit van veel van de geïncludeerde studies en de lage kwaliteit van het geleverde bewijs. Toekomstige studies van hogere kwaliteit zijn vereist.
Deze samenvatting in gewone taal is geschreven door een consument Ben Gray: Senior Peer Researcher www.mcpin.org.