Hoewel hartfalen voornamelijk wordt veroorzaakt door cardiovasculaire aandoeningen zoals hypertensie, coronaire hartziekten en valvulaire hartziekten, kan het ook een bijwerking zijn die wordt geïnduceerd door medicamenteuze therapie. Bovendien hebben sommige geneesmiddelen de neiging om de hemodynamische mechanismen bij patiënten met een reeds bestaande hartaandoening ongunstig te beïnvloeden. In dit artikel worden niet-cardiale geneesmiddelen besproken waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij het ontstaan of verergeren van hartfalen. Daarnaast worden ook geneesmiddelen besproken die een nadelige invloed kunnen hebben op het hart als pomp, zonder dat ze symptomen of verschijnselen van hartfalen veroorzaken. De besproken geneesmiddelen omvatten antikankermiddelen zoals anthracyclinen, mitoxantrone, cyclofosfamide, fluorouracil, capecitabine en trastuzumab; immunomodulerende geneesmiddelen zoals interferon-alfa-2, interleukine-2, infliximab en etanercept; antidiabetica zoals rosiglitazon, pioglitazon en troglitazon; geneesmiddelen tegen migraine zoals ergotamine en methysergide; eetlustremmers zoals fenfulramine, dexfenfluramine en phentermine; tricyclische antidepressiva; antipsychotica zoals clozapine; antiparkinsonmiddelen zoals pergolide en cabergoline; glucocorticoïden; en antischimmelmiddelen zoals itraconazol en amfotericine B. NSAID’s, met inbegrip van selectieve cyclo-oxygenase (COX)-2-remmers, zijn opgenomen omdat zij hartziekten kunnen veroorzaken, met name bij patiënten met een reeds bestaande cardiorenale disfunctie. Twee groepen geneesmiddelen zijn van bijzonder belang. Antracyclinen en hun derivaten kunnen cardiomyopathie veroorzaken bij een verontrustend hoog aantal blootgestelde personen, die verscheidene jaren na de behandeling met het geneesmiddel sluipend symptomen kunnen ontwikkelen. Het risico lijkt zich bij alle blootgestelde personen voor te doen, maar uit gegevens blijkt dat kinderen bijzonder kwetsbaar zijn. Daarom moeten overlevenden van kanker die chemotherapie op basis van anthracycline hebben ondergaan, zich terdege bewust zijn van dit specifieke probleem. Een tweede groep problematische geneesmiddelen zijn de NSAID’s, waaronder de selectieve COX-2-remmers. Deze geneesmiddelen kunnen nierfunctiestoornissen en een verhoogde bloeddruk veroorzaken, die op hun beurt hartfalen kunnen veroorzaken bij kwetsbare personen. Hoewel cardiotoxiciteit als gevolg van NSAID’s betrekkelijk zeldzaam is en het vaakst voorkomt bij oudere mensen met bijkomende ziekten, is het wijdverbreide langdurige gebruik van deze geneesmiddelen in risicogroepen potentieel gevaarlijk. In afwachting van uitgebreide veiligheidsanalyses moet het gebruik van NSAID’s bij risicopatiënten worden ontmoedigd. Bovendien moeten de veiligheidsproblemen in verband met het gebruik van COX-2-remmers dringend worden opgelost. Aangezien tal van geneesmiddelen uit verschillende klassen hartfalen kunnen uitlokken of verergeren, is een gedetailleerde geschiedenis van de blootstelling aan geneesmiddelen bij patiënten met tekenen of symptomen van hartfalen verplicht.