Savitri op een postzegel van India uit 2011
Savitri acteerde als kind in dansdrama’s, waaronder wat werk bij een theatergezelschap onder leiding van Kongara Jaggaiah. Op 12-jarige leeftijd probeerde ze zonder succes filmwerk te vinden in Madras, toen ze te jong werd bevonden om heldinnenrollen te spelen, maar in 1950 werd ze gecast als de vrouwelijke hoofdrolspeelster in Samsaram. Die rol werd geen werkelijkheid omdat ze te opgewonden raakte, waardoor talrijke herkansingen nodig waren en ze uiteindelijk in de rol werd vervangen. Ze kreeg een kleine spreekrol in de film en het volgende jaar had ze nog twee kleine rollen, in Roopavati en Patala Bhairavi, voor ze haar grote doorbraak kreeg als tweede heldin in Pelli Chesi Choodu. Later maakte ze furore met veelgeprezen rollen in kassuccessen als Devadasu en Missamma.
Regisseur PC Reddy, die Savitri regisseerde, zegt: “Er is niemand die haar schoonheid en talent kan evenaren. Ze luisterde niet naar iemands advies en trouwde erg vroeg. Ik herinner me dat ze zo verslaafd was aan drinken, zelfs op de set, dat ze overgaf op mijn shirt tijdens een fotosessie. De volgende dag had ze een gloednieuw hemd voor me. Ze was een gulle vrouw.” Savitri werkte ook in Bollywood films, hoewel ze niet veel succes had. Haar enige Malayalam film was Chuzhi (1973).
Haar optreden in de film Mayabazaar (1957) bracht haar in een stroomversnelling. Later werd ze de best betaalde en meest gevraagde Telugu-actrice van haar generatie. Savitri stond bekend om haar gastvrijheid, haar filantropische gebaren en haar liefde voor het kopen van onroerend goed en juwelen, maar ze had weinig controle over haar uitgaven. Ganesan bleef flirten en ze was vatbaar voor het bevoorrechten van haar handlangers met haar vrijgevigheid. Aan het eind van de jaren 60 ging het bergafwaarts met haar carrière. Haar eigendommen werden in beslag genomen door belastingambtenaren en ze ging acteren in elke film die haar wilde hebben, terwijl pluimstrijkers haar aanmoedigden om films te regisseren en te produceren die onsuccesvol en financieel slopend waren. Een van haar weinige medestanders tijdens haar financiële problemen was Dasari Narayana Rao, die haar in de meeste van zijn films castte, zoals Gorintaku (1979), en speciaal Devadasu Malli Puttadu (1978) maakte als een film voor haar. In 1960 ontving ze de Rashtrapati Award voor haar optreden in de Telugu-film Chivaraku Migiledi. In 1968 produceerde en regisseerde ze de Telugu-film Chinnari Papalu, waarvoor ze de staatsprijs Nandi Award voor Beste Speelfilm (Zilver) ontving.