Non-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zijn een soort medicijnen die pijn verlichten. NSAID’s remmen de productie van lichaamseigen stoffen, prostaglandinen genaamd, die verantwoordelijk zijn voor ontstekingen en het verzenden van pijnsignalen naar de hersenen. Vermindering van prostaglandinen leidt tot minder pijn, zowel doordat de ontsteking in het gekwetste gebied afneemt als doordat minder pijnboodschappen de hersenen bereiken. Veelgebruikte pijnstillers zoals ibuprofen (Advil®), acetylsalicylzuur (Aspirin®) en naproxen (Aleve®) zijn voorbeelden van NSAID’s.
Weliswaar zijn NSAID’s effectieve medicijnen met relatief weinig risico’s bij incidenteel gebruik, maar bij langdurige gebruikers kunnen ze het maagdarmkanaal aantasten, wat kan leiden tot complicaties zoals dyspepsie, die kan variëren van mild tot ernstig, en zweren, die bloedingen, perforatie en obstructie kunnen veroorzaken. In feite loopt 15-30% van deze langdurige NSAID-gebruikers het risico op het ontwikkelen van ulcusziekten, waarbij 2-4% van deze ulcera tot complicaties leidt.1 Chronisch NSAID-gebruik kan zelfs leiden tot de dood, met een studie die schat dat 7.000-16.500 personen in de Verenigde Staten elk jaar sterven aan NSAID-complicaties.1
Chronische pijn kan een enorme invloed hebben op de kwaliteit van leven, en het treft zo veel mensen. Maar liefst één op de vijf Canadezen heeft op enig moment chronische pijn.2 Medicijnen om pijn te behandelen zijn uiterst belangrijk, en hoewel NSAID’s problemen kunnen veroorzaken, hebben andere medicijnen ook hun eigen risico’s en complicaties.
In een recente analyse van vele studies (meta-analyse),1 gingen onderzoekers op zoek naar manieren om het risico op gastro-intestinale schade door NSAID’s te verminderen, met behoud van effectieve pijnstilling. Zij vergeleken typische, niet-specifieke NSAID’s met een subgroep van NSAID’s die cyclo-oxygenase-2 (COX-2)-remmers worden genoemd. Selectieve COX-2 remmers richten zich rechtstreeks tegen het enzym cyclo-oxygenase-2, dat verantwoordelijk is voor ontstekingen en de daaruit voortvloeiende pijn. Uit het onderzoek blijkt dat deze selectieve remming leidt tot een vermindering van maagzweren. COX-2-remmers kunnen echter leiden tot een toename van cardiovasculaire aandoeningen zoals hartaanvallen en beroertes, zodat ze voor veel mensen niet de ideale medicijnen zijn. Ze keken ook naar twee soorten zuurreducerende medicijnen, protonpompremmers (PPI’s) en histamine-2-receptorantagonisten (H2RA’s), om te zien of ze beschermende effecten hadden in combinatie met NSAID’s.
De onderzoekers observeerden een vermindering van de maagsymptomen bij patiënten die niet-specifieke NSAID’s namen met PPI’s, maar de combinatie van COX-2-remmers en PPI’s bood de beste bescherming tegen gastro-intestinale symptomen. H2RA’s boden niet dezelfde bescherming als PPI’s.
De beste handelwijze hangt grotendeels af van de risicofactoren van de individuele patiënt. Bij patiënten met een hoog risico op gastro-intestinale symptomen, maar met een lager cardiovasculair risico, kan het de moeite waard zijn over te stappen op een COX-2-remmer met een PPI, om de beste pijnvermindering en de minste gastro-intestinale bijwerkingen te krijgen. Bij de meeste patiënten kan het echter veiliger zijn om de cardiovasculaire complicaties die met COX-2-remmers gepaard gaan, te vermijden. Voor deze mensen kan de combinatie van een PPI met een niet-specifiek NSAID een matige bescherming bieden tegen maag-darmschade zonder de cardiovasculaire gezondheid in gevaar te brengen.
Welke pijnstillende medicatie(s) u ook gebruikt, het belangrijkste is dat u de instructies van uw arts opvolgt, en eventuele nieuwe symptomen of bijwerkingen meldt zodra u ze opmerkt.
Medicatievoorbeelden
PPI’s: omeprazol (Losec®), lansoprazol (Prevacid®), pantoprazol-natrium (Pantoloc®), esomeprazol (Nexium®), rabeprazol (Pariet®), pantoprazol-magnesium (Tecta®), dexlansoprazol (Dexilant®)
H2RA’s: cimetidine (Tagamet®), ranitidine (Zantac®), famotidine (Pepcid®), nizatidine (Axid®)
COX-2-remmers: celecoxib (Celebrex®)
NSAID’s: acetylsalicylzuur (Aspirine®), ibuprofen (bijv.g., Motrin® of Advil®), naproxen (Aleve®)